Stedendriehoek
Column Eke Mannink
Ons huis staat vol kleur. Daverende boeketten, enthousiaste uitklapkaarten, rondslingerende cadeaus en bankbiljetten – het kan niet op. Op de bank ligt een in- en intens voldane tiener te chillen. De wereld aan haar voeten, net als de hond.
Het moment dat een einde van een lange periode vol struikelblokken, discipline en domweg ploeteren vormde, was tevens een begin. Een opmaat naar een nieuw hoofdstuk in haar leven. Afgelopen donderdag 9 juni. ‘Na twee uur word ik gebeld,’ had dochter gezegd. ‘Door onze mentor. Geen idee of hij begint met de gezakten of juist de geslaagden. Hij zei tegen ons dat hij het random zou aanpakken.’ Random is een van de woorden die mijn tiener veelvuldig gebruikt. ‘Willekeurig, zonder overdachte manier waarop’ luidt de betekenis.
Die dag moest ik buitenshuis werken. Met mijn collega’s sprak ik af dat ik in de lunchpauze naar huis kon. Om de tiener te steunen. ‘Logisch dat je daarbij wilt zijn,’ sprak een ervaren medemoeder. ‘Een belangrijk moment in jullie leven.’ Terwijl ik onderweg was, overdacht ik de afgelopen zes jaar. Random doken herinneringen op. De eerste kennismaking met haar brugklasgenoten. Ze zat tijdens de poseersessie voor de schoolfoto naast een meisje dat in de loop van de jaren een ‘zielsverwant’ zou worden. ‘We zeggen soms een hele tijd niets en dan opeens tegelijk ongeveer hetzelfde.’
De reizen naar Londen en Rome, een heerlijke manier om los te komen van je eigen kleine wereld: je met leeftijdsgenoten onderdompelen in een andere cultuur. De resultaatgerichte mini-maatschappij die zo’n school is: eindeloze testen en toetsen maken, om eindeloos in kaart gebracht te worden. Meten is weten. De lockdowns en ‘het nieuwe leren’. De oplettende docent die ziet dat er iets omgaat in een leerling, dat belangrijk is, dat besproken moet worden. Die de tijd neemt en contact maakt, écht contact. Ziedaar, een ontloken bloem, chillend op de bank. Met Insta en de hond. Let op al die wapperende vlaggen en schooltassen in de stad en bedenk: hier huist de toekomst.
Leerkracht
(over de veerkracht van leerlingen)
Ik zie ze als bloemen: ze groeien, ontvouwen hun bladen gestaag en soms onverwacht snel vol spektakel in tropische kleuren.
Dagen in dagen uit, maanden in maanden uit, jaren in jaren uit. Ik zie hun processen, hun pieken en dalen, hun falen, hun ernst.
Ik wil ze soms uit hun zwartgalligheid halen, maar weet: ik moet laten, me niet gaan bemoeien en net als een tuinman hun kluiten besproeien, de aarde loswoelen, de grond wat bemesten – dan trek ik me terug en wacht af wat de zon doet, de regen, de ijzel, de loop der seizoenen. Soms sproei ik wat bij en verwijder het mos. En de dagen, de maanden, de jaren verstrijken – de knoppen zijn open, de kleuren zijn diep – dan zie ik mijn veldboeket nonchalant lopen, de klas uit, de gang op, gekwetter, gelach. En ik glunder omdat ik dit meemaken mag.