Stedendriehoek
Column Eke Mannink
Ze is lang en dun. Ze kleedt zich elegant en staat geregeld voor de zaak een sigaret te roken. ‘Even paffen hoor,’ roept ze dan, breeduit lachend. Om na de pauze weer energiek naar binnen te stappen.
Afgelopen donderdagavond sjeesde ik op m’n fiets voorbij haar etalage. Het was al donker, in een flits zag ik dat de ramen voor de helft waren afgeplakt, twee etalagepoppen lagen bloot op de grond. ‘Nee,’ dacht ik. ‘Gaat Brigitte weg? Dat kan toch niet, zo plotseling?’
De week ervoor was ik nog bij haar geweest. Ze was moedeloos, vanwege de aanhoudende lockdown, en trok weer wat bij toen ze fotootjes van haar pasgeboren kleinzoon liet zien. Ze zou toch niet naar de andere kant van het land verhuizen, om in de buurt van haar nageslacht te zijn?
De volgende dag neem ik poolshoogte. Op de Schupstoel, waar haar winkel zit, zie ik het meteen: het gaat om een actie. Overal etalages met karton ervoor. Overal bordjes TE HUUR. Wauw. Wat een doeltreffend protest van de Zutphense middenstand. Ik maak een rondje door een spookstad. De markten, de Pelikaanstraat, de Lange Hof en de Beukerstraat: overal zaken die het opgegeven hebben. De derde lockdown heeft ze genekt. Althans, zo lijkt het. Voor één dag. Eenmaal terug op de Schupstoel zie ik Brigitte voor haar modehuis in gesprek met een fotograaf. Ze zwaait me gedag.
Ik slaak een demonstratieve zucht van verlichting. ‘Pfff. Dacht dat je weg was!’ Brede grijns. ‘Nog niet lieverd,’ zegt ze. ‘Maar het water staat ons aan de lippen. Of inmiddels nog hoger.’ Ze kijkt naar de fotograaf terwijl haar hand een beweging boven haar hoofd maakt. ‘Ik zal een visitekaartje voor je halen.’
De fotograaf is van fotoclub Zoom-In. Ze maken portretten van de actievoerende ondernemers, voor hun winkels. ‘Op deze manier steunen we ze,’ zegt hij. Een collega, die net buurvrouw-de-edelsmid op de foto heeft gezet, komt hem halen. ‘We moeten door,’ zegt ze. ‘ Anders lukt het niet om iedereen op de foto te krijgen.’ Brigitte komt naar buiten met haar contactgegevens en het fotografenduo vertrekt. ‘Niet vergeten te mailen hè?’ roept ze.
We spreken af om snel koffie te drinken en gaan door met de dag.
Ik merk dat het me bezighoudt. Zou het enorm missen als haar zaak opeens dicht zou zijn. Mijn zoon van vijftien, behoorlijk bedreven in digi-taal, helpt haar af en toe. Met het pinsysteem, de luchtververser, en gewoon, omdat het gezellig is. Brigitte heeft een uitgebreid arsenaal aan anekdotes en combineert nuchter ondernemerschap met uitbundige levensverhalen. Zowel zoon als ik vertoeven graag in haar sjieke tweedehands kledingzaak.
Inmiddels is uitgelekt dat het kabinet de maatregelen vanaf zaterdag versoepelt. De winkels kunnen legaal open. Het hoeft niet eens op afspraak. De horeca en culturele instellingen moeten wachten. Eetcafés en kroegen besluiten eenmalig open te gaan. Ook de cultuursector kondigt acties aan. Dat Bolwerck wil open en Cinemajestic heeft al zo’n honderd filmkaartjes voor de zaterdag verkocht. Vrijdagavond krijgen de cultuurplanners een telefoontje van de gemeente: opengaan betekent een enorme boete riskeren.
Dus: bier bij Camelot mocht, en een rondje Zutphense kunst was verboden. Het leek wel zotte zaterdag. Waarom meet je als gemeente met twee maten? Dat is toch niet eerlijk? Ik begrijp er niets meer van. Snak naar een kop koffie met Brigitte. Misschien weet zij hoe het zit.