Columns

Ui

Terwijl ik dit schrijf, raken de torens uit zicht. Het silhouet van de torens van ons stadje, in de vroege ochtendmist. Op het raam van de trein glijden druppels naar beneden, die het beeld vervormen. De daken kronkelen, zetten uit of worden juist smaller.

‘Waarom nou juist daar, die gedenkplaats?’

‘Hoe bedoel je waarom juist daar?’

‘Zo pal voor een slager?’

‘Nou, het gebouw is verlaten, er staat met grote letters Te Huur op. Dus er loopt niemand in of uit. Ik vind het wel slim. Zo kan die stapel bloemen ongehinderd groter worden.’

‘O. Ik had het idee dat de associatie met een slager op Poetin sloeg. Dat dát de reden is.’

‘Verrek. Nu je het zegt. Dat kan natuurlijk ook.’

Een dialoog, opgetekend tijdens een feestje aan de Kolenstraat. Vorige week eindigde ik dit wekelijkse teksthoekje met een beschrijving van het herdenkingsmonument voor Aleksej Navalny in onze stad. Op een trottoir aan de Lange Hofstraat lag een aantal bossen bloemen, vooral tulpen, verspreid op de grond. Een foto van de door Poetin & co langzaam maar zeker vermoorde vrijheidsstrijder erbij, en wat tekst. Ter nagedachtenis. Navalny streed tegen een totalitair regime. Laten wij hier de democratische waarden in ere houden, zij aan zij, en niet polariseren.

De paar bosjes bloemen zijn uitgegroeid tot een imposante kleurenzee. Die bestaat uit talloze liggende tulpen, lentetakken, miniboeketten, rozen, potjes blauwe druif en bossen bloemen in een emmer. Veel wandelaars houden halt, laten het nieuws nog eens tot zich doordringen. Een enkeling trekt zijn schouders op en loopt versneld door. Ik hoorde een mevrouw ‘Mesjokke’ zeggen, tegen haar man, terwijl ze hem meetrok in de richting van de Groenmarkt.

De langzaam naar beneden glijdende druppels zijn veranderd in een striemende regen. Het klettert tegen de ramen. De intercity zoeft, maar ontsnapt niet aan de bui. Tegenover me is een jonge vrouw komen zitten, met haar baby. Hoe toevallig kan het zijn: ze fluistert Russisch tegen haar kind. Een half jaar lang studeerde ik het, daarom kan ik het onderscheiden van vergelijkbare talen, als het Bulgaars of het Oekraïens. Maar daarmee houdt het op. Ik hoor haar wel, versta haar niet. Haar ogen glinsteren. Ze lijkt gelukkig. Niet zo invullen, zeg ik tegen mezelf. Maar ik vind het een mooi beeld, en denk aan een vers van vroeger.

Zal wel door de Russische titel komen.

Pavlov

Zoals een ui
me doet huilen
als ik hem snijd
(al ben ik blij),

zo tover jij
als ik je zie
(of hoor, of ruik)

een lach bij mij.