Columns

Op de thee (II)

In de vorige aflevering heeft u kunnen lezen hoe het komt dat hond en ik bij een van de leerlingen uit mijn beginnersklasje Nederlands in de gang staan. “Deze woning wordt door u verlicht,” had ik net vernomen via de vrouwelijke stem van de vertaal-app die op zijn telefoon is geïnstalleerd. “Wij zijn zeer vereerd door uw komen en waarderen uw dagelijks gezelschap met de hoogste verwachting.” Al hannesend bij de kapstok knik ik naar mijn gastheer. De riem van de hond hang ik op, de handschoenen stop ik in mijn tas.
Fariq – zo heb ik hem herdoopt, om herkenning te voorkomen – wijst naar mijn sjaal. ‘Oe koud,’ zegt hij. Hij grijpt me bij een elleboog en trekt me over de drempel van zijn woonkamer, in de richting van de bank. Enigszins overrompeld laat ik me meevoeren naar de plek naast de verwarming. Hij laat me even los, gooit wat kussens aan de kant, plant me vervolgens op de bank en gaat heel dicht naast, nog nét niet op me zitten. Ik ruik zijn zweet. De hond begint te blaffen en ik veer overeind, kalmeer Hazel en neem plaats op de bank aan de overkant, terwijl ik de hond aan mijn voeten leg. Nee, nee, gebaart Fariq, terwijl hij naar de verwarming wijst. ‘Oe koud! Hier kommen.’
Ik schud mijn hoofd. ‘Hier is het goed, echt waar.’

Fariq wijst naar de plek naast mij. Er staat een vraagteken in zijn ogen. ‘Ana daar kommen?’ Ana is het woord voor ‘ik’ in het Arabisch. ‘Nee,’ zeg ik, langzaam en duidelijk. ‘Hier zit ik en daar zit u, oké?’ Het klinkt niet zo aardig, hoor ik, al maak ik er een vraag van. Koortsachtig probeer ik me te herinneren of ik iets heb gemist in onze onderlinge omgang tot nu toe. We hebben hele gesprekken gehad over zijn gezin, dat in Irakees Koerdistan woont. Hij was bij mij en mijn geliefde op de boerderij, bij mijn weten is er van flirten geen sprake geweest. Waarom ging hij bijna op me zitten?

“U dient iedere dag te komen, om mij van uw taal te laten profiteren,” klinkt de vrouwenstem door de kamer. Ik besluit Fariq het voordeel van de twijfel te geven en hem de gebiedende wijs niet te verwijten. De app staat erom bekend dat het vertaalde er nogal eens verbasterd uitkomt. “Daar heb ik geen tijd voor,” antwoord ik tegen zijn telefoonscherm, “ik kom alleen een kopje thee drinken, zoals we hebben afgesproken.” Hij luistert aandachtig naar de Arabische vertaling.

Een vurige blik. Hij lijkt plotseling boos. ‘Nee, nee,’ roept hij, haastig de app opnieuw activerend.
“Ik heb gezien hoe ruimdenkend u bent en ik zag aan uw lippen dat ik u kon vertrouwen. Ik ben niet tevreden als u in deze woning niet gaat blijven eten.”

Ik begin me behoorlijk ongemakkelijk te voelen. Schraap mijn keel om uit te leggen dat ik straks weer aan het werk moet. Voor ik het weet zit Fariq op de grond. Hij begint mijn rechterschoen uit te trekken.

Wordt vervolgd.