Columns

Module

‘Ik wil alles aanpakken. Productiewerk, schoonmaken… fulltime, parttime… maakt niet uit.’ Lisa uit Indonesië knikt fel met haar hoofd om de woorden te ondersteunen.

‘Wij hebben helaas weinig vacatures die bij jouw profiel passen,’ zegt de vrouw achter de desk van het uitzendbureau.

Voor een taleninstituut in de stad, het CLC (computer learning center), begeleid ik mensen die Nederlands als tweede taal leren naar de arbeidsmarkt. Dat moest in eerste instantie klassikaal. De module arbeidsmarktparticipatie heet dat, de MAP. Weer zo’n afko, nu een in het Nederlands.

In de praktijk kwam het erop neer dat ik voor groepen leerlingen stond die extreem van elkaar verschilden – niet alleen in persoonlijkheid, ook in taal. Zo bevonden zich onder de deelnemers een goeroe uit India die slechts Engels sprak, een negentienjarige uit Mexico die alleen het Spaans machtig was en een vrachtwagenchauffeur uit Afghanistan met gebrekkig Nederlands. Al snel bleek dat plenaire lessen geen zin hadden. Iedereen zat in zo’n andere situatie dat maatwerk vereist was. Dus besloten mijn collega’s en ik dat ik de deelnemers een op een zou begeleiden.

En nu zit ik met Lisa in het uitzendbureau tegenover C&A. Ze is vijftig, en zoekt al tijden naar werk. Week in week uit heb ik met haar zitten praten, we belden en mailden naar mogelijke werkgevers. Het leverde niets op.

‘We gaan het anders aanpakken,’ zei ik vanmiddag, ‘ben je met de fiets?’ Lisa knikte. Even later zoefden we door de binnenstad. Ze vertelde over de fiets die ze kreeg van haar zus, die in een fabriek in Oss werkt en ook met een Nederlander is getrouwd. ‘Van mijn man mag ik daar niet werken,’ zei Lisa, ‘dat is te ver.’

‘Ben je al winkels langs geweest?’ vraagt de uitzendbureau-dame, als blijkt dat Lisa ook een baan als verkoopmedewerker ambieert. ‘Ik was bij de Plus, bij de Jumbo…’ De Indonesische telt de supermarkten op haar vingers. De gelakte nagels vallen op. In haar geboorteland was ze actrice. Ze speelde in miniseries en enkele films. Het moet een hard gelag zijn om je passie niet te kunnen uitoefenen, omdat je in een nieuwe omgeving belandt. De intercedente raadt Lisa aan winkels langs te gaan. En dan niet zozeer supermarkten – ‘daar willen ze vooral scholieren –, maar drogisterijen en kledingzaken.

Als we weer buiten staan, vraag ik of ze het ziet zitten om bij C&A binnen te lopen. ‘Ja,’ knikt ze. ‘Is goed. Kun je meegaan?’ Ik twijfel even of ik niet beter buiten kan wachten, maar besef dat ze onzeker is over haar taal. Ten onrechte, ze mag het woord ‘module’ dan te moeilijk vinden, uiteindelijk maakt ze in haar Indo-Nederlands precies duidelijk wat ze bedoelt en verstaat ze bijna alles. We praten met een medewerker. Die raadt haar aan een cv achter te laten bij de kassa.

We lopen de deur uit. Op naar een volgende potentiële werkgever. Kent u er een?

Of bent u er een? Neem gerust contact op, Lisa pakt alles aan.