Columns

Lavendel

Met negen andere vrouwen onderga ik een innerlijke beeldenreis met geuren. We staan bij een sinaasappelboom, lopen door een fantasielandschap en belanden in Australië, waar een vleug eucalyptus door onze neusgaten zweeft. Even later worden we teruggetoverd in het hier en nu: vrijdagavond, in een yogastudio aan de Spittaalstraat.

Loom rolt iedereen onder begeleiding van de reisleider annex etherische-oliën-specialist Hanneke op een zij. ‘Tijdens de volgende inademing kom je langzaam omhoog,’ klinkt het. Ik voel de stroperige neiging om te blijven liggen, meen in de slow motion-bewegingen van medereizigers hetzelfde te herkennen.

Uiteindelijk zitten we allemaal weer rechtop, na een avond vol informatie, oefeningen, vragen, antwoorden, meer vragen, meer antwoorden en dus die diep ontspannende reis, begeleid door geuren. ‘Nu zou ik wensen dat mijn bed hier staat,’ zegt mijn buurvrouw zachtjes. Ze plaatst beide handen naast haar yogamat om aan te geven hoe dichtbij ze dromenland in zou willen rollen. Ik ben het met haar eens: in deze staat zou je niets meer willen doen dan je over te geven aan een tomeloze slaperigheid en leegte.

In plaats daarvan begint het tupperware gedeelte van de party: de besproken oliën en synergiën blijken te koop, evenals een lichaamscrème die in een beperkte oplage verschijnt. Maar het geeft niet. Tupperware verschaft niet die diepe tevredenheid als de geur van bergamot (troost), of die van lavendel (ontspanning). Althans, niet aan mij. Daarom zwicht ook ondergetekende voor de aanschaf van een paar flesjes.

De frisse buitenlucht maakt klaarwakker. Het is even na half elf, en stil op straat. Ik denk opeens weer aan het sms-bericht dat onlangs in mijn telefoon verscheen. ‘Help de politie de moord op Betty Szabó (19) op te lossen. Ze werd in 2009 vermoord op de Wallen. Vanavond in Opsporing Verzocht.’

Omdat ik op het tijdstip van de moord waarschijnlijk relatief dichtbij was, had ik zo’n sms ontvangen van de politie, met twaalfenhalfduizend anderen. Hoe kwamen ze aan mijn nummer? Het voelde onbestemd. Het bericht werkte niet alleen als een tijdmachien – opeens fietste ik weer door Amsterdam, waar ik destijds woonde –, het maakte me ook enorm bewust van onze gecontroleerde samenleving, toen én nu.

De Hongaarse Betty Szabó vertrok naar Nederland toen ze zeventien was. Ze probeerde aan de armoede te ontsnappen, dacht een gouden toekomst tegemoet te gaan. In plaats daarvan belandde ze in Amsterdam achter een raam in de rosse buurt. Tijdens haar werk werd ze vermoord. De zaak is nooit opgelost en inmiddels een ‘cold case’. De destijds verantwoordelijke inspecteur heropende hem. ‘Om de dader, de veroorzaker van dit brute geweld te vinden,’ zei hij op televisie. Met een levensgrote 3D-visualisatie van het slachtoffer op de Wallen hoopt de politie mensen te bereiken die informatie kunnen geven. Het komt op mij enigszins sensatiebelust over, ik hoop dat het werkt.

Thuis inmiddels. Ik vertel mijn huisgenoten over de werking van pepermuntolie en geurverspreiders, over yogahoudingen en slaapaanvallen. We wandelen nog even met de hond en gaan naar bed.

Het politiebericht is naar de achtergrond verdrongen, de lavendelolie doet zijn werk.