Columns
Eke Mannink
Geregeld, of liever: ongeregeld, geef ik schrijfworkshops. Dat zijn schrijflessen waarin middelbare scholieren een coherent verhaal leren optekenen op basis van hun ontmoeting met een oudere. Dit gebeurt in het kader van de maatschappelijke diensttijd. Zo kan het zijn dat ik voor een groep leerlingen van de toneelschool in Zeeland sta, op een Bredaas mbo, of in een havo 3 te Groningen. Naast die schrijfworkshop krijgen veel van de leerlingen ook klimtraining, en worden er foto- en theaterlessen gegeven. Onlangs besloten we dat het nuttig zou zijn, wanneer trainers op de hoogte zijn van de inhoud van de andere lessen.
Zo kwam het dat ik afgelopen zondagochtend in bouldercentrum Arnhem stond, vlak bij de klimhal, Boulderen – dat betekent rotsblokken in het Engels – is klauteren op blokken en tegen wanden van maximaal vierenhalve meter hoogte. Zonder touwen en gordels, met een valmat.
Het was een belevenis. Tijdens de klim op instapniveau werd ik geconfronteerd met leeftijd en zwaartekracht, maar ik zette door. Hoewel ik niet veel verder kwam dan ‘geel’ – het meest eenvoudige parcours – lukte de evenwichtsroute wonderwel. Nou ja, bijna: volgens de officiële regels moet je de eindstreep, de laatste boulder, met twee handen drie seconden vasthouden, dat kreeg ik slechts met één voor elkaar.
Achteraf maakten we de opdrachten die de scholieren krijgen na het klimmen. De vastgrijppunten symboliseren de mijlpalen, belangrijke gebeurtenissen, in je leven. We werden uitgedaagd elkaar aan de hand van interviews over onze mijlpalen beter te leren kennen.
Blij rijd ik even later huiswaarts. De zon is zowaar tevoorschijn gekomen, na dagen regengordijn. Het verkeer is rustig en hoffelijk, op de radio klinkt paasmuziek en ik zoef met een gelukkig gevoel de Hoven in, omrijdend vanwege de afgesloten Kanonsdijk.
Links zie ik in een flits de IJsselstroom liggen, de oude wasserij. Daar kijken ze nu het nieuwe tweeluik van documentairemaker Sarah Marijnissen. Deel een is ongeveer tegelijkertijd op televisie te zien, over de relatie tussen dochters en vaders.
Even verderop houdt het verkeer halt. Omdat de brug open is, zet ik de motor uit en mag ik van mezelf de telefoon checken. Kunstenaar Henk Gombert heeft een schets van een nieuw vers gestuurd. Alles beweegt / draait om de zon / alles glijdt onder mijn voeten (…) Zo begint het.
De file zet zich in beweging.
Het zonlicht valt in pilaren op de witte kade. Onwillekeurig denk ik aan het beeldend werk van Hugo Pasman. Afgelopen zaterdag opende zijn nieuwste tentoonstelling Genius Loci: de stilte & het licht, in de Ubbergse Notre Dame des Arts, vlak bij Nijmegen. Ik ben op de eerste dag geweest. Het was weergaloos. Zowel de plek als de werken, en met name de synergie tussen beide.
Ik neurie mee met de beroemdste aria uit de Matthäus-Passion van Bach. ‘Erbarme Dich, mein Gott.’ Mijn god, drie Zutphense kunstenaars die binnen een minuut mijn hoofd binnen ploppen, door de plek of via de telefoon. Het voelt als geestelijk boulderen. We leven in een kunstrijk stadje. Ik hoop dat de toekomstige generaties dat in ere houden.