Columns

Disgenoot

Voor het eerst, na zes jaar columns in dit hoekje, dacht ik deze week: zal ik die foto erbij plaatsen? De gedachte shockeerde me. Ik keurde hem binnen enkele seconden af, maar kon hem niet meer ontkennen.
We dineren bij vrienden in Amsterdam Noord. Mijn geliefde kent ze allang, ik ontmoette ze drie jaar geleden voor het eerst, in Zutphen. Ze wonen telkens weer in een ander huis, als ik ze zie. Dat is altijd mooi én gezellig ingericht. Ze zijn vormgevers van beroep, dat zie je overal in terug. De dingen kloppen. Ons bestek is dofzwart, zwaar en tegelijkertijd sierlijk. De gordijnen hangen stijlvol langs de hoge ramen en het uitzicht op de kolossale buurflats wordt verzacht door jong groen, voorzichtig wortelende planten. ‘De tuinontwerper vertelde dat iedere wijk een ander thema krijgt,’ had de heer des huizes op het terras verteld. ‘Het onze is: savanne.’ We hadden beiden geglimlacht, want de zwarte nieuwbouwaarde die tussen de aanplantingen dominant aanwezig is, vermijdt elke associatie met een savanne.

De negentienjarige zoon van onze vrienden eet mee. Hij heeft zijn puberjaren in Zutphen doorgebracht en mengt zich in het gesprek wanneer het over de uitgaansgelegenheden in ons IJsselstadje gaat. ‘Er is daar voor jongeren n i k s te doen,’ stelt hij. ‘Echt helemaal niets. Treurig gewoon.’
Ik ken de klacht, en vraag hem hoe het beter zou kunnen. ‘Naar Amsterdam verhuizen,’ is het antwoord. ‘Je kunt in Zutphen wel een club ofzo neerzetten, maar dat verandert niets. Er is niemand die ernaartoe gaat.’
Zijn vader stelt dat het aan de demografische opbouw van de bevolking ligt; een relatief groot deel van de inwoners is de vijftig gepasseerd. Vanwege de afwezigheid van een rijk aanbod van vervolgonderwijs is de groep achttien- tot, laten we het ruim nemen, dertigjarigen sterk ondervertegenwoordigd. Ik breng in dat de laatste jaren veel jonge gezinnen vanuit het westen de IJsselbrug over komen, de gemiddelde leeftijd zal daarom zeker gedaald zijn. Mijn disgenoten beamen dat. We zien desalniettemin het probleem voor de jeugd niet zomaar opgelost. Zutphen is sáái wanneer je jong bent.

Op dat moment springt de rode kater van het gezin op de stoel naast me. Hij legt zijn pootjes zorgvuldig naast elkaar en blijft rechtop zitten staren naar de couscous. Geliefde maakt een foto van ons. Nou hou ik helemaal niet van gefotografeerd worden én ik ben een hondenmens, maar dit plaatje is weergaloos. De rijk gedekte tafel met de lonkende gerechten, het licht in de wijn- en waterglazen, de bank met de gedempte kleuren en kleden op de achtergrond, kunstposters aan de muur. En in de hoofdrol een plechtig aan de tafel aangeschoven kat, met een blik die zegt: wat zal ik nu weer eens nemen?
Geen foto dus. Vijfhonderd woorden vertellen meer dan een beeld. Als het goed is, ziet u het beest en zijn blik voor u, net als zijn omgeving; design en toch gezellig. Wat was het een stijlvolle tafelheer.