Columns

Beer

Jaaaaaaa, de zon is er weer! Iedere keer overvalt het me hoé haar licht – de zon is officieel vrouwelijk in onze taal, al zou je dat door het lied Pastorale van Ramses Shaffey en Liesbeth List haast vergeten – nieuwe levensenergie tevoorschijn tovert. Ook in de winter. Energie waarvan je bijna vergeten was dat ze bestaat, kán bestaan.
De dagjesmensen die langs het hoge water, dat inmiddels weer zakkende is, over de kade kuieren, kijken dankbaar naar boven. De vuurbal schittert in het IJsselwater, terwijl kinderen juichend achter een hondje aanrennen.

Ik glimlach, al voel ik me bedrukt. Het baasje van Beer, en Beer zelf, een bobtail-achtig hondje, zitten in mijn hoofd en hart. Ze wandelen niet langer door het centrum van onze stad. Dat hebben ze jaren gedaan, als een twee-eenheid.

Vorige week kwamen Hazel en ik bij Kaldi. Dat is een favoriete plek; ik vind de koffie goed, mijn viervoeter krijgt, net als al het hondenvolk dat de zaak vereert met een bezoek, een hondenkoekje. Of twee, of drie, of vier. Want genereus is ze, eigenaar Marja.

Na wederzijdse nieuwjaarswensen vroeg ik hoe het met haar ging. ‘Mijn hart is vanmorgen gebroken,’ zei ze, haar hand op haar linkerborst leggend. ‘Ken je de mevrouw van hondje Beer?’ Ik knikte, zag meteen een pluisharige hond en een oude dame voor me. Marja vertelde dat ze gedwongen in een verpleegtehuis is opgenomen.

Ik wist dat ze leed aan dementie. Wanneer je haar een poosje niet had gezien en het duo – ze waren onafscheidelijk – dan weer tegenkwam, werd duidelijk dat de ziekte steeds meer op de voorgrond trad. Marja, ik vermoed dat ze een baken was voor de mevrouw, had het er moeilijk mee. Ze zou die avond van de kinderen van de vrouw horen hoe alles was gegaan.

‘Als ze haar hondje maar mee mag nemen,’ zei ik, voor ik aan tafel ging zitten om op mijn afspraak te wachten.

Marja schudde haar hoofd. ‘Nee,’ zei ze. ‘Dat mag dus niet.’

Ik dacht aan de trailer van Human Forever, de documentaire van Teun Toebes, een verpleegkundige en schrijver van vierentwintig. Sinds zijn boek VerpleegThuis uitkwam, volg ik hem. Toebes’ missie: de levenskwaliteit van mensen met dementie verbeteren.
Hij woonde op een gesloten afdeling voor dementerenden en reisde vervolgens de wereld rond om te kijken hoe andere volken omgaan met dementie. In elf landen, verspreid over vier continenten, kijkt hij wat we van andere culturen kunnen leren. ‘Ik ben vierentwintig,’ zegt Toebes in de voice over. ‘Maar niet heel mijn leven. Daarom ga ik nu op zoek naar antwoorden voor later.’

In 2040 zullen er naar verwachting 81 miljoen dementerenden zijn, wereldwijd. ‘Daarom is deze zoektocht geen vraag,’ aldus Toebes, ‘maar een noodzaak.’

Ik hoop dat zijn film snel in Zutphen te zien zal zijn.

Uit experimenten bleek de afgelopen jaren hoe enorm heilzaam de uitwerking van huisdieren is op mensen die lijden aan dementie. Wanneer ik de Lange Hofstraat uitloop, langs de zonnige kant, wens ik vurig dat Beer en het baasje elkaar nog heel vaak zullen zien.