Stedendriehoek
Column Eke Mannink
‘Ik heb last van FOMO.’ Het meisje spreekt in kapitalen, terwijl ze haar cappuccino lepelt. Ik heb haar niet horen bestellen, maar het lijkt havermelk. Dat schuimt moeilijk. ‘Van wat?’ Haar vriendin, in de weer met ice coffee, kijkt verbaasd.
‘FOMO. De angst iets te missen.’ ‘Huh?’ Meisje 2 blijft verwonderd kijken. ‘Fear of missing out,’ legt de ander uit, op dicteersnelheid. ‘Dat bestaat al heel lang.’
Ik had de dialoog graag verder gevolgd. Mijn pup, die uitgebreid heeft staan snuffelen bij het terras, wil nu verder, dus de rest gaat verloren. FOMO. Het is even geleden dat ik die afkorting tegenkwam. Nu we als soortgenoten weer dichtbij elkaar mogen staan en massaal naar concerten en festivals kunnen, neemt de keuzestress toe. Zelf ben ik er niet vrij van. Was afgelopen weekend in Maastricht en wist: we gaan weer van alles missen in ons eigen stadje. De poëtische opening van de heringerichte Schupstoel bijvoorbeeld, de laatste dag van VRK, een boekpresentatie en het IJsselfestival.
Maar naar vrienden gaan was heerlijk, en wanneer je ieder evenement bij wilt wonen, kom je je stad niet meer uit. Op weg naar huis had ik de sociale media op gemiste dingen gecontroleerd. Eén bericht sprong eruit. ‘En weer is haar wat aangedaan. Zelfs boeddha is eruit gehaald. We geven niet op. Binnenkort straalt ze weer.’ Uit de tekst en foto’s bleek: de stoepa bij Zutphen is beschadigd.
Een stoepa is een boeddhistisch bouwwerk dat de relieken van een heilige bevat. Het is vaak een massief rond gebouw op een vierkante verhoging. Stoepa’s zijn vooral in Azië te vinden, maar ook in de rest van de wereld. Sinds een paar jaar staat er een in de buurt van Zutphen, langs de rivier. Het is een prachtig wit gebouwtje tussen bomen, omkranst door wapperende Tibetaanse vlaggetjes. Op die plek hebben slopers huisgehouden. Voor de zoveelste keer. Het gepleisterde wit is aangetast, het houten bankje uiteengerukt. En het boeddhabeeld is dus verdwenen.
Pup en ik lopen in de buurt van de brug. Ik speel met de gedachte om de schade met eigen ogen op te gaan nemen, besluit het niet te doen. Het is wat ver voor zo’n jong hondje. En het stemt me droevig, dat mensen mooie dingen niet met rust laten.
Zouden de vernielers ook geleden hebben aan een vorm van FOMO? De serene plek onder ruisende bomen heeft ze wellicht doordrongen van het feit dat ze iets gemist hebben. Momenten van rust, van meditatie. Van samenzijn in harmonie. Wellicht dat ze – misschien volstrekt onbewust – woest werden door het gevoel van ontbeerde saamhorigheid. En dat uitten in vernieling en diefstal.
‘Zo heeft iemand een fout karma opgebouwd,’ luidde een reactie op de socials. Het antwoord was prachtig: ‘Daar is compassie voor. Uiteindelijk verbindt het nog meer. Al die lieve berichtjes van betrokkenen. Zelfs de vernielers hebben zich verbonden op deze manier. Ze kan alleen maar mooier worden.’
‘Ze’ is de stoepa van Zutphen. Wat een repliek. Door zo te reageren sta je boven de vernielers. En benadruk je dat ook zij zich kunnen relateren aan de heilige plek.
Liefst op een andere manier natuurlijk, dat wel.