Stedendriehoek
Column Eke Mannink
Victor Löw was in Zutphen. Afgelopen maandagavond, in het filmhuis. Ik zag de aankondiging en was enthousiast. Ik had gelezen over de film waarin hij speelt, De openbaring. Wat Löw vertelde over zijn persoonlijke geestelijke crisis – hij is twee maanden opgenomen geweest – en het waardevolle daarvan voor zijn rol in deze benauwende zwarte komedie, boeide me. Net als de manier waarop de film, zoals overigens best veel films, is gedraaid: achterstevoren.
Het verhaal gaat over Jacob, die ten onder gaat aan complottheorieën. Zijn uiterlijk wordt steeds onverzorgder, daarom begonnen ze met het einde, waarin hij lang haar en een wilde baard heeft.
Tussen de draaidagen door werd daar telkens iets vanaf gehaald.
Volgens Löw was het lastig om te onthouden wat er al was opgenomen, omdat het verhaal gaat over een ‘organische ontwikkeling van krankzinnigheid’. Hij noemde als voordeel dat hij in de lichtere scènes beter om kon gaan met de zwaarte in zijn spel. Dat vond ik mooi. Als je weet waar je naartoe gaat, kun je spelen met het verschil, tussen licht en zwaar. In die zin lijkt het op dichten, al schrijf ik mijn verzen zelden achterstevoren.
Maandagochtend probeerde ik op de Luxor-site een kaartje aan te schaffen. Dat mislukte telkens, dus besloot ik het later weer te proberen.
Intussen kwam er mail binnen, van een Joyce-kenner.
Ik had hem gevraagd of hij op Bloomsday, 16 juni, wil komen vertellen over de Ulysses van Joyce. Dit meest fascinerende boek aller tijden is honderd jaar oud. Het verscheen in februari 1922 na een lange ontstaans- en publicatiegeschiedenis.
Ter gelegenheid daarvan vertrekken Joyce-specialisten en literatuurwetenschappers binnenkort in groten getale naar Dublin in Ierland, de bakermat van het werk. Gelukkig heb ik er een gevonden, die in Nederland blijft, tóch bezeten is van het boek en er smakelijk over kan vertellen. ‘Sorry voor het oponthoud, maar ik ben nogal druk hier,’ schreef hij vanuit Amsterdam. ‘Twee van mijn vrienden hebben corona, dus heb ik afgelopen dagen veel gezorgd etcetera.’
Het virusspook doemde ineens weer op, in vol ornaat. En dan wil ik naar De openbaring, een ‘covidthriller’ volgens de Filmkrant. Een dagblad heeft het over ‘de verbeelding van de lockdownhel’. Ik twijfelde: wil ik nog wel naar Löw en zijn film?
Deed opnieuw een poging tot betalen, maar tevergeefs.
Navraag bij het filmhuis leerde dat de betaalmachine eruit lag. Of de server. Het was in elk geval iets technisch, dat nog opgelost moest worden. Is Victor Löw er? vroeg ik. Ja, die zit klaar voor het interview, begreep ik. En met hem achttien toeschouwers.
Misschien had de lage opkomst te maken met de falende techniek, ook virusangst of -moeheid kunnen een rol hebben gespeeld. Ik besloot het boek der boeken erbij te pakken en lekker te gaan lezen. Geïnteresseerd in Bloomsday, volgende week donderdag? Contacteer gerust bovengetekende: er is nog plek.
Enne – ik durf u bijna te garanderen dat het c-woord niet voorkomt in Ulysses. Zeker weten doe ik dat niet. Zoals veel, in dit leven.