Stedendriehoek
Pling. Mail van de Deventer Schouwburg. Conny Janssen danst. Reclame voor moderne dans. Een sprankelende en fysieke voorstelling’. Ik vraag me af hoe dans niet fysiek zou kunnen zijn
ik moet bakken. Taart. Dochter van veertien is morgen vijftien. Zo werkt dat met tijd. Het ene moment til je je kind uit haar schommelwieg als zacht warm mensje met miniatuurnageltjes en een ooievaarsbeet in haar mollige nekje het volgende springt ze uit een pashokje als een ware Ibiza-hippie.
‘Column Eke Mannink
Nieuwe outfit. Nieuw tijdperk. Maar nu even niet. Want we bakken de taart samen en dan wil je geen spetters op je spijkerrok of kanten bloes.
‘Amalfi-citroentaart’ van Jamie Oliver staat op de verlanglijst van mijn tiener. Aan de ingrediënten had ik al gezien dat het geen sinecure wordt, dat bakproces. Bloem, olijfolie, vanillepasta en Greco di Tufo – die zijn alleen al nodig voor de bodem. Dat laatste, een Italiaanse witte wijn, zorgde voor een zoektocht door de stad. De Greco di Tufo werd al in de eerste eeuw voor Christus gemaakt, las ik op internet. Gewapend met deze kennis vroeg ik ernaar bij wijnhandel Schaapveld. Had hij de Greco? Vroeger wel sprak sommelier Tim. Maar we hebben hem helaas nu niet op voorraad.’ Bij Gall&Gall was hij volledig onbekend en in AH kenden ze hem wel maar hadden ze hem niet. ‘Ooit verkochten we een witte en een rode wijn van Jamie Oliver zei de wijnmevrouw. Maar die liepen niet hard.’ De slijterij aan de Groenmarkt had hem evenmin. ‘Het is trouwens een prijzige wijn hoorde ik daar. Hij begint bij vijftien euro.’ Zo die kok weet wat hij in zijn taartbodems wil. Wellicht gooide Jamie het op een akkoordje met een Italiaanse wijnboer. Ik las me in op de smaak en kocht een minder dure wijnsoort die hetzelfde werd omschreven.
Dan de vanillepasta. Die vond ik niet bij de delicatessenzaak aan de Korte Hofstraat waarvan de naam door mijn kinderen vroeger zo prachtig werd uitgesproken. Puu-re Tas-te. Op zijn Nederlands net als ‘Jouw Tube’. Ook de Zutphense supermarkten hadden geen vanillepasta in het assortiment. In overleg met mijn collega-kok kocht ik vanille-extract. We mengden het met zaadjes uit een vanilleboon. Voelde net echt.
Eindelijk kunnen we aan de slag. Kort en goed: we leren blind bakken (dat is iets anders dan met je ogen dicht) bediscussiëren het begrip ‘zest’ (dochter: ‘Maar waarom heb je dan geen aparte naam voor stukjes appelschil?’) en lassen pauzes in zodra het deeg de vriezer in moet. De winterzon komt even achter een wolk vandaan beschijnt de krullen van mijn nu nog veertienjarige. Lichtgevend silhouet aan de keukentafel. De hond ligt aan onze voeten op straat klinken stemmen. Zoonlief roept van bovenaan de trap of we al bijna gaan eten.
Onlangs liet een interviewer me mezelf afvragen wat ‘geluk’ betekent voor mij.
Nou dit.
Maar hoe leg ik het uit?
Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt zie je méér.
Iedere week weer.
‘