Stedendriehoek
Vorige week beloofde ik op deze plaats dat mijn muuravontuur zijn vervolg zou krijgen. Er klonk een boor, er ontstond een scheur en ik belde aan bij de buurvrouw uit wier huis de bron van de megaherrie klonk. Ze deed open en verwees me door naar het Wijnhuisfonds, de verhuurder van haar pand. Ze had al een tijd een steeds groter wordende scheur in een van de muren van haar woonkamer en die werd nu eindelijk hersteld. Met grof geweld, dat vond zij ook. Maar het was een grote scheur en de restaurateur had het nodig gevonden hem eerst groter te maken, om hem daarna te kunnen verstevigen met metalen wokkels.
Ik vroeg me hardop af waarom je een muur zo intensief ging behandelen zonder eerst even een kijkje te nemen aan de andere kant ervan. Dat wist de buurvrouw ook niet.
Tot zover, omdat ik u vorige week met een heuse cliffhanger een vervolg beloofde. Op straat werd ik er meerdere malen over aangesproken. ‘Benieuwd hoe dit afloopt!’ En: ‘Staat je huis nog?’
Ik vind dat je beloftes moet nakomen. Dat leer ik mijn kinderen en dat wil ik zelf voorleven. Maar eigenlijk ben ik nu met iets heel anders bezig dan met muren.
Vanochtend trof het vers Dramatische ironie van Marjoleine de Vos me. Terloops, per toeval, op een onbewaakt moment, tijdens het ontbijt. Ik las het nog eens en nog eens. Het ontroerde me, keer op keer. Ik vind het weergaloos. Het beeld van ons huidige ik die kijkt naar de ik van vroeger, met de kennis van nu. Het ruggelings naar later roeien, wat een fenomenale manier van verwoorden. Zou het woord ruggelings bij De Vos door coronamaatregelen zijn geactiveerd? – Zelf kwam ik het voor het eerst sinds lang weer tegen bij Noten & Zo aan de Korte Hof, een briefje op de deur vroeg (vraagt?) de klanten elkaar ruggelings te passeren in de zaak.
Lees het vers aandachtig. Voor mij is het aanleiding om alles van De Vos te gaan lezen. De titel van haar nieuwste bundel, Hoe verschillig, viel op toen ik hem achter de kassa van Van Someren ontwaarde, op een aankondigingsposter.
Hoe verschillig – hoe precies dát waar het om gaat in deze wereld. Wees verschillig naar je medemensen toe. Toon mededogen. Dramatische ironie: de woonkamermuur van mijn buurvrouw is inmiddels hersteld. In de mijne zit een kersverse scheur.
DRAMATISCHE IRONIE
Niets toont zozeer hoe blind wij zijn
als het verleden. Daar in de verte zitten
wie niet zien dat wij hier staan.
Zichzelf zien zij niet gaan, noch hoe.
En wij maar lachen. Wat weten ze
weinig, van niets, maar wij haha.
Wij roeien ruggelings naar later.
Marjoleine de Vos, uit: Hoe verschillig (2021)
Eke Mannink is schrijver & voormalig stadsdichter van Zutphen. Vanuit het hart van de stad houdt ze wat ze ziet poëtisch tegen het licht. Want als je goed kijkt, zie je méér. Iedere week weer.