Stedendriehoek
De afspraak zit al dagen in mijn hoofd. Of nee, weken.
Het is ochtend, en vrij rustig. Ik laveer op de fiets langs een toeristenkoppel op het bruggetje aan het begin of het eind van de Dieserstraat – het is maar hoe je het bekijkt.
Het hangt er natuurlijk altijd vanaf hoe je de dingen bekijkt.
Misschien komt deze ochtend op u helemaal niet rustig over.
Raast het in u.
Zoals het in mij raast.
Want ik schreef rustig’ maar daarmee doelde ik op het straattoneel. Weinig auto’s op de Nieuwstad een enkele fietser. Innerlijk ben ik allerminst kalm. Integendeel het spookt.
Oorzaak: die afspraak waar ik naartoe fiets. Een met een bus. Met onbekenden in die bus: medewerkers van Bevolkingsonderzoek Oost. Hun mobiele werkplek staat achter de Hanzehal. Het is mijn eerste keer ik weet nog niet hoe het gaat.
Van buiten ken ik de bus al.
Hij oogt log. Toen ik anderen over het onderzoek sprak vielen de termen ‘oostblokachtig’ en ‘jaren ’50”. Een vriendin vertelde me dat er humanere manieren van borstkankeronderzoek bestaan bijvoorbeeld met warmtefoto’s. ‘Maar dat is duurder daarom heeft de overheid op deze röntgenapparatuur ingezet.’
Het park achter de Muzehof. Een man jogt naast een koningspoedel. Mijn glimlach voelt als een grimas.
Parkeren. In het afgebakende vak staat een brommer. Ik wrik mijn sleuteltje uit het slot haal diep adem en betreed de stalen treden die naar de ingang leiden terwijl ik naar het paspoort in mijn jaszak tast. Het glas schuift automatisch open. Wat nou jaren ’50? Dit is een bus met technologie van nu.
Het is stil in de wachtkamer. Er ligt een helm op een stoel. Drie deuren genummerd leiden naar het onderzoeksgedeelte.
‘Goedemorgen.’ Een mevrouw verschijnt achter de balie. ‘Hebt u uw identiteitsbewijs?’
In een flits zie ik een kruiskettinkje om haar hals. Zou dat een goed teken zijn? Ik mag gaan zitten. Op een scherm vertelt een serie plaatjes wat me te wachten staat.
Tien minuten later sta ik met ontbloot bovenlijf naast een reusachtig apparaat. De verpleegkundige – de mevrouw met het kruisje een collega zit nu achter de balie – ziet hoe gespannen ik ben en stelt me gerust. Het kan ook meevallen is de boodschap. Haar vriendelijkheid maakt meteen dat het meevalt.
Zes foto’s heeft ze van me nodig. ‘U bent jong dus er zit nog veel klierweefsel. Dat moeten we goed in beeld brengen.’ Grappig om op mijn leeftijd jong genoemd te worden. In twee keer drie verschillende standen sta ik klaar om het stalen gevaarte een borst te laten omklemmen. Het voelt vreemd en koud de medewerkster loopt telkens even weg drukt op een knop er klinkt kort gezoem en de foto is genomen.
‘En?’ vraagt ze na afloop.
Het viel mee. Het deed geen pijn. Dat verschilt per vrouw weet ik.
De verpleegkundige beaamt het.
De foto’s zijn gelukt. Ik mag gaan.
Nu wachten op de uitslag. Mogelijke scenario’s overdenken.
Een vriendin vatte de wachttijd samen: ‘Jezelf plaatsen tegenover de tijdelijkheid van alles.’
Mooi verwoord. Het is maar hoe je het bekijkt.
‘