Zorg
6 op de 10 Nederlandse mantelzorgers verwachten de komende jaren meer ondersteuning nodig te hebben bij het uitvoeren van de zorgtaken. De waardering voor hun werk vanuit de overheid geven zij dit coronajaar een schamele 3,9. Voor meer dan de helft is het bovendien onduidelijk waar zij kunnen aankloppen voor hulp. Dat blijkt uit het Nationaal Mantelzorgonderzoek 2021, uitgevoerd onder 1577 mantelzorgers.
Het onderzoek werd dit jaar voor het eerst uitgevoerd in opdracht van Senior Service, de grootste en oudste organisatie voor mantelzorgondersteuning in Nederland. Ouderenzorg was ook dit jaar een belangrijk thema in veel verkiezingsprogramma’s. Zo hebben vrijwel alle partijen iets opgenomen over mantelzorgondersteuning vanuit de gemeente, willen ze meer inzetten op het actief aanbieden van respijtzorg en op mogelijkheden om langer thuis te kunnen wonen. Maar wat hebben de ruim 4 miljoen mantelzorgers in ons land zelf nodig?
Voor een derde van de ondervraagden is de mantelzorg een dagelijkse taak, 11 procent verleent wekelijks zelfs meer dan 36 uur zorg. Ruim een kwart moet daar meer dan 10 kilometer voor reizen, 10 procent zelfs meer dan 50 kilometer. Het overgrote deel, 82 procent, meent voor de rest van het leven van degene voor wie zij zorgen mantelzorg te moeten blijven verlenen.
De offers zijn hoog, maar de erkenning door de persoon voor wie wordt gezorgd is groot. De mantelzorgers geven die waardering een 7,9. Ook door diens omgeving voelen zij zich gerespecteerd, met een 7 als rapportcijfer. De overheid schiet in waardering echter zwaar tekort. Met een 3,9 geven mantelzorgers de overheid een zware onvoldoende. Hoe dat gevoel van waardering in de ogen van de mantelzorgers kan worden versterkt, verschilt.
Een kwart voelt zich meer gewaardeerd door middel van een financiële tegemoetkoming, bijvoorbeeld in de vorm van reiskosten, een bonus, of belastingvoordeel. “Wij besparen de overheid veel geld, daar mag best wat tegenover staan”, zegt een 65 jaar oude vrouw die voor haar 83-jarige ouder met Parkinson zorgt. Ook extra verlofuren vanuit de werkgever zijn welkom. Een fulltime werkende, 62-jarige mantelzorger zegt dat ze jaarlijks 80 uur aan verlof krijgt, maar dat dit alleen is om naar het ziekenhuis en de huisarts te gaan. Ze zou graag iets meer uren willen om ook ‘gewoon’ even bij haar moeder te zijn.
Veel mantelzorgers ervaren de zorg als versnipperd. Ze weten niet waarvoor ze bij welk loket moeten zijn en hebben moeite met de ‘enorme papierwinkel’. Een 62-jarige vrouw uit Gelderland zorgt voor haar 89-jarige ouder met dementie en moet daarvoor wekelijks meer dan 100 kilometer reizen. Zij stelt een zorgmenu voor: een kaart waarop te zien is welke aanvullende zorg beschikbaar is en waar zij die zorg kan aanvragen. Er zijn ook positieve geluiden. “Van de gemeente Groningen krijg ik jaarlijks een mantelzorgkaart, erg leuk”, vertelt een 62-jarige vrouw. Waardering in de vorm van een cadeaukaart wordt ook op prijs gesteld en 24 procent is al blij met meer mondelinge steunbetuigingen vanuit de overheid.
42 procent geeft aan af en toe stress te ondervinden door het mantelzorgen, 26 procent heeft regelmatig stress en 4 procent continu. Meer dan een kwart gaat regelmatig over de eigen grenzen heen, 42 procent af en toe. Ruim 20 procent ondervindt zelfs regelmatig mentale klachten, 43 procent zo nu en dan. Ook fysieke klachten komen soms (34 procent) tot vaak (14 procent) voor. 41 procent ervaart wel eens schuldgevoelens omdat ze niet voldoende zorg kunnen leveren. Meer dan een derde heeft deze gevoelens vaak of zelfs altijd. Een 33-jarige vrouw uit Zuid-Holland zorgt voor haar partner met een chronische aandoening en schrijft: “Ik voel me verantwoordelijk voor zijn toestand en wil dat gevoel helemaal niet hebben.”
Het grootste punt waar de mantelzorgers zich zorgen om maken is de veiligheid van de persoon voor wie zij zorgen. Ook eenzaamheid is een angst, net als dat hun naaste onvoldoende eet, drinkt of dat hij zijn medicatie niet bijtijds neemt. Floris Vervat, directeur van Senior Service: “Langer thuis wonen is niet alleen een beleid geweest van de overheid, het is ook echt wat senioren willen. Het instrument van de overheid, het pgb, helpt de mensen die deze keuzes in financiële zin niet zelf kunnen maken. Daarom verzoeken we de overheid met klem om het pgb toegankelijker te maken.”
Een derde van de mantelzorgers geeft aan dat de zorg die zij verlenen gedurende de coronaperiode intensiever is geworden. Belangrijkste taken van deze mantelzorgers zijn momenteel emotionele steun en gezelschap bieden. Niet vreemd, want 78 procent van de ondervraagden geeft aan dat de leefwereld van de persoon voor wie zij zorgen kleiner is geworden. Een klein deel, 15 procent, moest het de afgelopen tijd ook nog eens met minder hulp van buitenaf doen.
Driekwart van de Nederlandse mantelzorgers verwacht dat de zorgvraag de komende jaren intensiever zal worden. Twee derde van de mensen voor wie wordt gezorgd woont nog zelfstandig thuis, 13 procent verblijft in een verpleeghuis. De rest woont in bij familie, in een aanleunwoning of elders. De trend van het langer thuis wonen, een van de belangrijke thema’s tijdens de afgelopen verkiezingen, wordt door de mantelzorgers bevestigd. 73 procent verwacht dat de persoon voor wie zij zorgen de komende jaren thuis zal blijven wonen.
Op dit moment heeft al 40 procent van de Nederlandse mantelzorgers behoefte aan ondersteuning bij de zorg. Meer dan de helft zegt echter niet op de hoogte te zijn van ondersteuningsmogelijkheden vanuit de overheid en verzekeraars. Vervat weet uit ervaring dat mantelzorgers de weg naar extra hulp slecht kunnen vinden. “Veel gemeenten doen hier schimmig over, mensen hebben geen idee dat ze professioneel kunnen worden ondersteund en al helemaal niet dat dit in een groot deel van de gevallen al dan niet deels wordt vergoed vanuit bijvoorbeeld het persoonsgebonden budget, de zorgverzekeraars of middels belastingvoordeel.”
Uit het onderzoek blijkt dat een derde van de mantelzorgers niet op de hoogte is van het bestaan van professionele mantelzorgondersteuning. Op dit moment wordt 71 procent van de mantelzorgers ondersteund. De meesten, 42 procent, door professionele thuishulpen, een derde door de familie van de persoon voor wie wordt gezorgd. Ook buren (4,5 procent) en vrienden (3,3 procent) worden genoemd. Bijna de helft van de ondervraagden geeft aan bereid zijn te betalen voor extra hulp.
De mantelzorgers die deelnamen aan het onderzoek zijn afkomstig uit alle Nederlandse provincies. Driekwart van de ondervraagden is vrouw. De gemiddelde leeftijd van de mantelzorgers is 62 jaar. Van hen is 37 procent gepensioneerd, 24 procent werkt parttime, 11 procent heeft een fulltime dienstverband en 9 procent is zelfstandig ondernemer. In de regel werkt 56 procent nooit vanuit huis, 22 procent deels en nog eens 22 werkt volledig vanuit huis. Meer dan de helft woont samen zonder (thuiswonende) kinderen. Een vijfde woont met kinderen thuis en de rest woont alleen.
De helft van de mantelzorgers draagt zorg voor zijn of haar ouder, een kwart voor de partner. De gemiddelde leeftijd van de persoon voor wie wordt gezorgd is 79 jaar. Gemiddeld leveren de ondervraagden op dit moment 7,3 jaar mantelzorg. De helft van de personen voor wie wordt gezorgd ontvangt ook thuiszorg.
Alle resultaten van het Nationaal Mantelzorgonderzoek 2021 zijn te vinden op www.nationaalmantelzorgonderzoek.nl.