Columns
Column Renske Kruitbosch
‘Dat weet ik niet. Dat heb ik ze nog nooit gevraagd en ze hebben het mij nog nooit gezegd,’ antwoordt Acht. Rode glimneus, katoenen onderbroek. Ze draagt geen kleren, het is bejaardenwoningwarm bij opa en oma.
Het is het meest eerlijke antwoord dat ik sinds tijden heb gehoord.
We hebben het over vriendschap. Elf vond zichzelf wel een geschikte vriend. Ze was aardig en lief en ze zou je nooit laten vallen als de groep lullig doet. Ik weet niet goed wie ‘de groep’ is, maar ik geloof dat ik er me wel een voorstelling van kan maken.
Niet buitensluiten hoorde ook bij de kwalificaties voor het goede-vriend-zijn. Acht zat het hele gesprekje met gefronste wenkbrauwen aan te horen. Bij de vraag of zij allebei een goede vriend waren was Elf er snel over uit.
‘Ja. Ik zou je altijd helpen als je gepest werd ook. En je mag mijn spullen lenen, dat ook.’ Elf kan ik eigenlijk beter Lief noemen. Acht weet dus niet of ze een goede vriend is.
Eerlijke twijfel bij kinderen, daar kunnen volwassenen veel van leren. Zuivere antwoorden, zonder gewenst gedoe. Mensen die openbaar twijfelen zijn mooi in al hun breekbaarheid. Als je iets zeker weet, ben je openheid en gesprek kwijt.
‘Wat is het verschil tussen een vriend en gewoon iemand?’ vraag ik.
‘Een gewoon iemand kan zomaar rot doen tegen je. Een vriend is dat niet,’ pleit Elf.
Acht fronst, ze ruikt naar amandelolie.
‘Maar niet iedereen die niet rot doet, is je vriend, toch?’ probeert Acht.
We schuddekoppen alle drie. Ingewikkelde materie zo op de zaterdagmiddag.
‘En als je vriend zegt dat je broek niet mooi is,’ Acht is op stoom, ‘dan is het nog steeds je vriend terwijl het niet leuk is wat hij zegt.’
Het schuddekoppen verandert van richting. Knikken – hier zit wat in.
We zitten dicht bij elkaar, mijn ranja is op maar dat geeft niet.
‘Je bent een vriend als je het allebei voelt. Dat je je laatste, ik noem maar wat, snoep aan elkaar zou geven in plaats van zelf houden,’ besluit Elf.
Daar kunnen we alle drie wel mee leven. Opa gooit nog maar weer een blokje op de haard. Dat is zijn manier van liefde en warmte geven. Maar ja – wanneer wordt liefde te benauwd?