Stedendriehoek

Ho(r)kje

door Renske Kruitbosch

n

Een wijs iemand heeft me ooit geleerd dat je ‘proberen’ moet vervangen door ‘gewoon doen’. Ik word gebeld terwijl ik net lekker een broodje zalm bij de bakker zit weg te kanen. Een aardige mevrouw leest mijn columns en is eigenaresse van een sportcentrum. Speciaal voor vrouwen. Meneren mogen niet komen. Ik heb volgens haar altijd zo’n leuke grote bek over vrouwenclubjes en ze wil me daarom graag uitnodigen. Wie weet kan ik er wel eens een columnpie aan wagen. Ik vraag haar of ze graag failliet wil.

En het klopt wat ze zegt. Ik word een beetje kriebelig van hokjes. Van clubjes, speciaal voor bepaalde mensen. Waar dan andere mensen niet bij mogen. Mensen met een heleboel centjes, die dan in een Leeuwenclub gaan zitten vertellen over hoeveel deals ze hebben gesloten. Of een club waar alleen mannen bij mogen. Want meisjes moeten alleen maar huilen. Dit was zo’n clubje. Mensen met een slurfje zijn absoluut niet welkom en ik zie de rijen fietsen met fietstassen in gedachten bij de ingang staan. Ze hebben vast een toiletje met keurig gesorteerde Tena Ladietjes en Abba en Cindy Lauper kirren door de speakers. Want in deze sporttoko hebben alleen girls fun. Ze vragen naar gevoelens en er hangen posters van knappe mannen in de kleedruimte. Dat zag ik voor me.

De club voor vrouwen is gemaakt zodat ze zekerder kunnen sporten. Zodat ze niet bang hoeven te zijn dat ze uitglijden over het geile mannenkwijl en zich niet hoeven te schamen voor hun lichaam. Ik vind dat zo een doodzonde. We moeten juist met al onze vetflappen staan wapperen. Wat een ander er van denkt of vindt, dat is dan zijn probleem.

Maar goed, rebel en ruimdenkend dat ik ben, hijs ik me in een sportpak en stuiter ik de sportzaal in. We beginnen met een meting, legt de aardige mevrouw uit. Licht paniekerig zoek in de nooduitgangen, want ik heb een gruwelijke hekel aan de weegschaal, en hij aan mij. Maar niet alleen de kilootjes Rens worden gewogen, ook het vetpercentage werd bepaald. Het was echt mijn dag, zeg maar. Ze vraagt of ik rook, drink en of ik koffie drink. ‘Ik dacht dat je mijn columns las,’ grap ik als een boerin met kiespijn. Boeren zijn hier niet welkom, namelijk. Ze zegt dat ik een gemiddeld BMI heb.

Ik zie veel ondernemende dames op LinkedIn posten over onzekerheid. Dat het zo onzeker is om ondernemer te zijn. En dat dat mag! Dat het er mag zijn! Dat het ook allemaal reuzespannend is! Dat onzekerheid alleen in je hoofd bestaat! Dat ondernemen supereng is!
En ik vind dat dus jammer. Vrouwelijke ondernemers: stop met roepen dat het allemaal zwaar en onzeker is. Iedere job is onzeker. Iederéén is onzeker. Daar hoeven we niet voor in een clubje of hokje te zitten en al helemaal niet continu te roepen. Dan ga je het geloven. Dat is zeker.

Ik aan het rossen op die toestellen. Om de zoveel tellen moet je van toestel veranderen. Dat is wel op m’n gemiddelde-BMI-lijf geschreven. Quick and dirty. Op het moment dat je het ding wel door de pui kan mieteren, mag je over op een ander toestel. Ging alles maar zo simpel. In de tussentijd staat er in het midden van de cirkel iemand tegen de dametjes te kletsen. Dat kletsen is nog niet zo erg, maar ze stelt ook vragen. OPEN vragen. Waar je hele zinnen op moet antwoorden. ‘Dat doe ik om te checken of je nog wel adem kunt halen en je niet je grens over gaat,’ vertelt de lieve sportinstructrice. ‘Feit dat ik hier ben, zegt al iets over m’n grenzen,’ denk ik. Ik zeg dat het allemaal wel gaat.

Die hokjes, die timmeren we allemaal zelf in elkaar. Met elk ons eigen (onzekere) beeld er bij. Ook ik. Ik dacht een hekel te hebben aan vrouwenclubjes, maar ik vond het reuze meevallen. Toch flapper ik net zo lief met m’n vetflappen in een sportschool voor iedereen en onderneem ik met álle passie en onzekerheid die ik in me heb. Fuck hokjes. Fuck horkjes. Die zeker.

www.renskekruitbosch.nl