Stedendriehoek
STEDENDRIEHOEK – Vroeger was het lekker duidelijk. Je sprak anderen bijna altijd aan met u. Een vreemde op straat, de winkelier, maar in veel gevallen ook de eigen ouders. Sommige mensen vinden het vreselijk om met u te worden aangesproken – het duidt er immers vaak op dat je ‘echt toch wel als een stukje ouder’ wordt gezien – terwijl anderen het juist niet kunnen waarderen als ze met jij of je worden aangesproken. Tja, waar kies je dan voor? Tegenwoordig tutoyeren bedrijven hun klanten steeds vaker, alleen al om toegankelijker te zijn en een informele sfeer neer te zetten. Als ‘u’ verdwijnt zou dat niet de eerste aanspreekvorm zijn die dat gebeurt. Want gebruikten wij vroeger niet ‘ge’ en ‘gij’, aanspreekvormen die tegenwoordig niet meer voorkomen.
Wie mag je tutoyeren?
Omgangsvormen zijn losser geworden en daar is niets mis mee. Het betekent minder afstand tussen mensen. Toch heeft het webebben van beleefdheidsvormen zeker ook nadelen. Want waar ligt de grens? Het wordt steeds minder duidelijk wie we op welke manier aanspreken en dat betekent dat er tegenwoordig veel op uiterlijk wordt afgegaan. Een ongeschoren veertiger in jeans en t-shirt en een stoppelbaard is een ‘jij’, terwijl dezelfde man in een maatpak en geschoren ineens kan transformeren tot een ‘u’. We weten niet meer hoe we mensen moeten aanspreken en daarom maken we onze eigen persoonlijke keuzes. Daarbij was het vroeger veel gemakkelijker om de leeftijd van mensen in te schatten. Je hoefde vaak alleen maar naar de (grijze) haarkleur te kijken. Tegenwoordig is het niet moeilijk, dankzij steeds meer methoden om er jong(er) uit te blijven zien, om er zomaar twintig jaar naast te zitten.
In leerboeken voor Nederlands zijn de regels duidelijk. Je gebruikt u als je een ouder iemand aanspreekt die je niet kent. Duidelijk, ware het niet dat er steeds meer oudere mensen zijn die niet u genoemd willen worden. Niet alleen zien we er tegenwoordig jonger uit, we voelen ons ook jonger. Bij twijfel is de regel uit de leerboeken een handige leidraad. Bij een rondvraag door Quest bleek dat twee derde van de Nederlanders u zegt tegen mensen die ze niet kennen. Daarbij komt dat vier op de vijf Nederlanders altijd u zegt tegen ouderen. Weet je niet hoe je iemand aanspreekt, dan kun je dus altijd terug vallen op bovenstaande.
Zakelijk gebruik u of jij
Steeds meer bedrijven gaan, bijvoorbeeld op hun website, over op de jij-vorm. Door de informelere aanspreekvorm willen bedrijven meer toegankelijk zijn voor klanten. Toch is er binnen diverse branches nog wel verschil te merken; gaat het om bijvoorbeeld de ict-sector, dan zul je bijna altijd je en jij aantreffen. Een advocatenkantoor zal veel vaker nog het formelere u gebruiken.
Wat de toekomst brengt over aanspreekvormen weet niemand, maar met een percentage van minder dan tien procent van de Nederlanders dat vindt dat ‘u’ moet verdwijnen, omdat het ouderwets zou zijn, lijkt het er op dat we voorlopig nog vaak zullen twijfelen over je, of jij… of toch maar u.