Columns

Nieuwe stad

Ik was er zo lang niet meer geweest dat ik het bezoek eigenlijk wel weer kon beschouwen als de eerste keer. Ik was gewoon vergeten hoe dit centrum eruitzag. Het grote verschil met het lopen door een andere stad in plaats van je eigen, is dat je met een frisse blik naar de omgeving kunt kijken. Immers, wie vrijwel elke week dezelfde straten en pleinen van de eigen binnenstad doorkruist, vallen de karakteristieken nauwelijks meer op. Maar tijdens zo’n eerste keer komen de slecht ingepaste nieuwbouw, de leegstaande winkelruimtes en het soms rommelige buiteninterieur wel heel hard binnen en kleuren je oordeel behoorlijk negatief.
Ik kreeg namelijk onmiddellijk de neiging om deze binnenstad maar direct in het rechterrijtje op te nemen. Voetballiefhebbers weten dan genoeg: dit is geen top, zelfs geen subtop maar eerder grauwe middelmaat of nog minder. Maar het leuke is dat, als je er eenmaal een paar uur hebt doorgebracht, je perceptie langzaam begint te schuiven. Het moet gezegd, het scheelde ook dat de zon inmiddels was gaan schijnen en de temperatuur een boost had gegeven.
Toen ik, na een rondje door de binnenstad en een afdaling naar de rivierkade, voor de tweede keer hetzelfde plein opliep, nu vanaf een andere kant, viel de mooi gerestaureerde gevelrij die de oostzijde begrensde wel opeens in het oog. En de terrassen die daar op uitkeken leken opeens veel voller te zitten. Op nogal wat tafeltjes flonkerden inmiddels grote, met goudgeel vocht gevulde glazen, terwijl de middag toch nog betrekkelijk jong was.
Dus toen we ook aangeschoven waren en heel braaf achter onze koffie verkeerd met kloeke appelpunt zaten, had ik mijn oordeel al behoorlijk bijgesteld. Ik bedoel maar, Nijmegen, want daar hebben we het over, heeft het nog niet helemaal voor mij, maar ik kom zeker nog eens terug. En als ik daar niet te lang mee wacht, maken we het helemaal goed.