Columns
Peter van den Boom
Het leek bijna lente, de zon scheen opeens weer volop na een grauwe periode die eindeloos had geduurd. Snel naar buiten dus. Maar een wandelrondje door het Deventer buitengebied maakte duidelijk dat de groenbrigade ook weer uit de winterslaap was ontwaakt. De cirkelzagen extra ingevet om de strijd met het uitlopende groen weer aan te gaan. Er was alweer veel gekapt, gedund en gesnoeid. Alles dient immers keurig binnen de vooraf zorgvuldig uitgestippelde lijntjes te groeien en bloeien. Anders is men onverbiddelijk en wordt er korte metten gemaakt met de niet met de natuur afgesproken uit- en doorgroei.
Wie er baat heeft bij dit beleid is mij niet duidelijk. De natuur niet lijkt me: veel dieren gedijen immers juist bij rommelige, ondoorzichtige bosjes, heggen en hagen waarin ze veel schuilplaatsen en voedsel kunnen vinden. Buitenliefhebbers vinden het ook veel leuker om na elke hoek die ze omslaan weer iets onverwachts tegen te kunnen komen in plaats van overal die winderige zichtlijnen tot aan de horizon.
Nu dreigt er weer een prominente plataan het onderspit te delven tijdens de reconstructie van de Noorderplein-rotonde. Bewoners en de Bomenstichting maken zich hard voor het behoud van de bedreigde boom. De gemeente zegt dat ze tegenwoordig wel 26 keer nadenkt voordat er een boom wordt gekapt. Dat zal best, maar ook na die 26 keer valt de beslissing nog steeds uit in het nadeel van de boom. Het is best treurig om te constateren. De werkelijke urgentie om het groen dat er nog is te behouden en te versterken ontbreekt nog steeds, ondanks dat alle alarmsignalen met betrekking tot klimaat en natuur al een tijdje op knalrood staan. Maar het mechanisme is buitengewoon hardnekkig. Groen moet altijd passen binnen onze plannen en nooit andersom. Zolang dat denken niet 180 graden draait zal het ook niet snel beter gaan. Wie of wat keert het tij?