Stedendriehoek
DEVENTER – Dinsdagmiddag reden kinderen op trekkers en skelters het Grote Kerkhof op – met als eindstation het stadhuis in Deventer – om aandacht te vragen voor behoud van het Speelgoedmuseum. In een laatste poging om het Speelgoedmuseum open te houden riepen ze leuzen als ‘wij willen spelen’ en ‘kom morgen naar de vergadering’. Van de actie werd een protestfilmpje gemaakt waarin iedereen wordt opgeroepen om naar de open raadstafel op woensdag 6 november om 19.00 uur te komen. Dit is de laatste mogelijkheid om in te spreken vóór behoud van het Speelgoedmuseum.
Het Speelgoedmuseum in Deventer ligt al langer onder vuur. Wegens bezuinigingen dreigt de wethouder van Cultuur het Speelgoedmuseum te sluiten. De wethouder pleit in zijn cultuurvisie om het museum te vervangen voor pop-uptentoonstellingen, het museum zelf wil renovatie. De inmiddels opgestapte museumdirecteur Garrelt Verhoeven in het NRC: ‘Ik ben niet tegen zo nu en dan een pop-uptentoonstelling”, maar dat kun je alleen realiseren vanuit een museale basis – en die verdwijnt nu.’ Tijdens de raadstafel bereidt de gemeenteraad de behandeling van de begroting (op 13 november) voor. Het is nu aan de raad om voor óf tegen het voorstel van de wethouder te stemmen.
Op 6 november debatteert de gemeenteraad over het voorliggende collegevoorstel om het Speelgoedmuseum definitief te sluiten en een beperkt budget beschikbaar te stellen voor wisselende tentoonstellingen; een week later moet de raad een besluit nemen tijdens de begrotingsbehandeling. Wanneer de gemeenteraad van Deventer instemt met het huidige voorstel van het college, dan overweegt ook de voltallige Raad van Toezicht om op te stappen omdat het voorstel Deventer Verhaal onvoldoende in staat stelt de verantwoordelijkheid voor de stedelijke erfgoedcollectie in te vullen. Ook kent het grote organisatorische bezwaren en brengt het grote financiële risico’s met zich mee waarvoor de Raad van Toezicht geen verantwoordelijkheid wenst te nemen. In dat geval rest de Raad van Toezicht wellicht geen andere keuze dan de verantwoordelijkheid voor de collectie terug te leggen bij het college van B &W.