Stedendriehoek
Ongeveer tegelijk met de versoepelingen rond de coronacrisis bracht ook Apeldoorns wethouder van financiën Detlev Cziesso een blijde boodschap voor het volk: de gemeente Apeldoorn had in 2020 17,1 miljoen euro minder uitgegeven dan er binnengekomen is, zo bleek uit de jaarrekening van 2020. Door dit forse overschot is Apeldoorn weer financieel gezond.
Toen Cziesso in 2012 aantrad als wethouder van financiën, had Apeldoorn nog een tekort van liefst 200 miljoen euro als gevolg van het beruchte ‘gronddebacle’. Hij is er daarom trots op dat de gemeente weer voldoende reserves heeft opgebouwd en het beladen verleden achter zich kan laten. Een hele prestatie, maar elke loftuiting aan zijn adres wijst hij resoluut van de hand: “Mijn grote complimenten gaan uit naar de gemeenteraad en onze inwoners. In 2012 hebben we afgesproken dat we in 2022 financieel hersteld zouden zijn. Dat werd toen als bijna onmogelijk gezien. Nu, negen jaar later, hebben we het voor elkaar gekregen. Zelfs eerder dan gepland. Door onze opgebouwde reserves kunnen we tegen een stootje en soms zelfs iets extra’s doen. Zonder voldoende geld op de spaarrekening hadden we nu moeten bezuinigen en dat is het laatste wat je wil in een crisis.”
De gemeente Apeldoorn stond vanaf 2012 jarenlang onder financieel toezicht van de Provincie Gelderland. Dat was al een tijdje niet meer zo, maar het allerlaatste vlekje daarin is nu ook weggewerkt, vertelt Cziesso: “Het enige ‘rode vlakje’ van ons bij de provincie was nog de solvabiliteit, het vermogen om zowel de kortlopende alsook de langlopende schulden te kunnen terugbetalen. Die is nu boven de twintig procent, waarmee we het meteen ook erg goed doen ten opzichte van andere grote Gelderse gemeenten zoals Arnhem en Nijmegen.”
Het overschot van 17,1 miljoen euro komt vooral doordat het gemeentefonds veel sterker is gegroeid dan voorzien. Dat komt onder andere doordat het Rijk financiële tegenvallers heeft gecompenseerd door de coronacrisis. Daarnaast ontving de gemeente door een uitspraak van de Hoge Raad een teruggave van de Belastingdienst van 4,1 miljoen euro. “Bij elke jaarrekening zien we wel mee- en tegenvallers, maar 2020 was ook in dit opzicht een uitzonderlijk jaar”, aldus de wethouder. “En dat is fijn, want er komt nu ruimte om te investeren in nieuwe projecten, waaronder het ondergronds brengen van de hoogspanningskabels in wijk De Maten, de ondertunneling in Woudhuis-Osseveld en het hoger onderwijs in Apeldoorn. Dat hadden we nog maar vijf jaar geleden niet kunnen denken.”
Natuurlijk staat Cziesso ook even stil bij de offers die zijn gebracht om Apeldoorn door het voorbije coronajaar heen te loodsen. “We hebben moeten korten op de kunst & cultuur, op de (sport)verenigingen, op het ambtenarenapparaat. Dat heeft veel gevraagd van het incasseringsvermogen van de Apeldoorners; daarom alle hulde voor hen, want ze zijn bepaald niet in hun schulp gekropen maar hebben zich van hun beste kant laten zien.”
Ondanks het overschot van 17 miljoen kijkt de gemeente nog wel aan tegen financiële tekorten in het sociaal domein. De wethouder knikt: “Het geld klotst natuurlijk nog steeds niet tegen de plinten op. Maar we hebben nu wel flinke stappen gezet in de goede richting. Toch zijn er nog veel financiële onzekerheden: culturele instellingen hebben gewerkt met vouchers die nu gaan worden verzilverd, maar dat betekent dus geen extra inkomsten voor bijvoorbeeld Orpheus en Gigant. Horeca-ondernemers met een terras zijn er ook nog niet bovenop met een paar mooie zomerdagen. En ook de jeugd heeft het in coronatijd flink voor de kiezen gehad; de problemen die de jongeren hebben gekend, houden niet meteen op nu ze weer naar school gaan. Dit zijn diverse voorbeelden waar we toch wat geld voor moeten reserveren.”
Cziesso licht vervolgens de financiële onzekerheden waarmee de gemeente Apeldoorn kampt, verder toe: “De meevallers die we vorig jaar hebben gehad zijn vaak eenmalig, terwijl we nog steeds structurele tekorten hebben op het vlak van jeugdzorg en de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Ik slaap wel iets beter, nu we deze mooie cijfers aan Apeldoorn konden overleggen, maar we weten nog altijd niet welke structurele effecten corona met zich meebrengt en of een nieuw kabinet de tekorten in het gemeentefonds gaat dichten. We hopen daar richting de begroting in september meer duidelijkheid over te krijgen. Voor nu ben ik er toch vooral trots op dat we Orpheus en Gigant nog steeds kunnen financieren en kunnen blijven investeren in de binnenstad en duurzaamheid. Ons land telt momenteel 352 gemeenten en daarvan hebben er liefst 260 over 2020 een negatief resultaat. Dan mag je rustig stellen dat we het hier in Apeldoorn helemaal niet zo gek hebben gedaan.”