Stedendriehoek
De pinguïns die in Burgers’ Zoo wonen, werden geëvacueerd. Het was te koud. Wat moet de ijsbeer in Diergaarde Blijdorp gegrinnikt hebben. Hij juichte in de sneeuw. 361 dagen per jaar zit hij zonder. Gniffelend las hij het nieuws. Een paar graden onder nul en de obers willen al naar binnen. Een medewerker van de Zoo vertelt dat dit een soort warmwaterpinguïns zijn. ‘Nepperds,’ zucht de ijsbeer en roetsjt nog eens van een heuvel.
Elke dag denk ik aan de beer. Hoe hij jaloers naar de andere dieren kijkt, 361 dagen per jaar. Hij wil hen zijn. Niet verlangen naar de sneeuw en het ijs. Gewoon. Gewóón zijn. Maar hij kan zijn verlangen en natuur niet sturen. De klappertandende pinguïns verlangden afgelopen week juist naar een bestaan als hun neven bij Antarctica. Of als de roetsjende witte beer. En zo werkt het – we willen altijd dat wat een ander heeft. Terwijl het zo mooi is zoals ieders natuur is.
De ijsbeer ijsbeert. Hij denkt aan vrij zijn. Paraderen over de schotsen. Ondertussen zit zijn uitgemergelde berenfamilie in alle vrijheid zich in een dierentuin te wensen. De kappen smelten, het voedsel is schaars. Ze zouden nu dikke zeehonden moeten eten, maar om hen heen is niets. De vrijheid is niet zo bereleuk. Zelfs dat weet de mens nog te beïnvloeden.
Zo denk ik de hele week aan het spulletje. Als ik schaats. Als ik werk. Als ik door de sneeuw dender. Als ik nieuwsberichten lees over gekkies die weer wat hebben geflikt. We zijn zo vrij – ondanks corona. En we kunnen er niet mee omgaan.
De ijsbeer heeft geen optie. Een leven lang in quarantaine. Had hij vorige week de sneeuw maar niet gekregen, nu is het verlangen alleen maar groter. Hij vreet een vissie en kijkt om zich heen. De verzorgers hebben de radio aangezet. Misschien vrolijkt hem dat wat op. De ijsbeer spitst zijn oren en hoort dingen over naderende verkiezingen. Hij wist niet dat Uilen van Minerva ook meededen in de politiek? Hij luistert aandachtig en hoort dingen over geld, coronabonussen en maatregelen. Hij hoort zaken over zorg en een klimaatakkoord. Het ijs is aan het smelten, de zeespiegel stijgt. Maar de beer zit in zijn verblijf. ‘Veilig’. Hij snikt en denkt aan de sneeuw. Zijn kop hangt naar beneden. Het brandend verlangen en zout in zijn tranen doen de sneeuw voor zijn voetjes smelten.
Renske Kruitbosch is schrijver, columnist en heeft een eigen communicatiebureau, waar zij concepten ontwikkelt en communicatiestrategieën bedenkt en uitvoert. Daarnaast schrijft zij teksten, en gedichten, bedenkt ze slogans en schrijft ze speeches. Haar motto: mensen zijn gek en humor redt alles. www.renskekruitbosch.nl