Stedendriehoek
Vorige week vrijdag was het Internationale Vrouwendag. U zit gespannen met uw billetjes op het randje van de keukenstoel, want u bent natuurlijk reuze-benieuwd wat een vrouwelijke columnist in een mannelijke grappenwereld daarvan vindt. Nee, dat is niet waar, het interesseert u geen bal. Ik ga het toch zenden. Kan mij het verrekken. Ik wil Internationale Vrouwendag graag veranderen.
Vorig jaar werd ik genomineerd voor een prijsje. Niks om je druk om te maken. Was het niet dat het een netwerk betrof, exclusief voor vrouwen. Mensen met een slurfje mogen niet meedoen. Schoorvoetend belde ik de organisatie op. Mijn bakkes was namelijk al, zonder dat ik het wist, op internet geplaatst. Met nominatievoorwaarden en al. Ik vond dat wat gek. Ik de organisatie op mijn alleraardigst opgebeld. De dame zei dat ik vooral niet zo moest zeuren, want ik moest blij zijn dat ik was genomineerd. Dat was een eer. En dat ze daarom mijn bakkes al op het internet had geknikkerd, daar moest ik niet zo moeilijk over doen. Ik probeerde haar uit te leggen dat ik even moest denken of ik wel in een netwerk, waarbij mensen om hun sekse worden uitgesloten, wilde horen. Ze snapte me niet. Ik dimdamde wat in m’n hoofd en sprak mezelf streng toe. Heb toch eens vertrouwen, Rens. Ik won de prijs per ongeluk. De dame die me de prijs overhandigde, siste: ‘En je wilde nog wel niet meedoen eerst!’ Ongemakkelijk glimlachte ik. Ik bralde wat op een grappige speech leek en verliet het podium. Het voelde niet goed. Zij voelde niet goed.
Vroeger was ik een zogeheten Tomboy. Ik was een meisje aan de buitenkant en een ravottend rakkertje aan de binnenkant. Nadat de jaren vervlogen veranderde die buitenkant aardig in een madammetje, maar die binnenkant is nog steeds dezelfde, door gras rollende, ravottende Rensie. En die Rensie is goddank nooit weggegaan.
Internationale Vrouwendag. Ik zie dames inspirational quotes de ether in lellebellen over powerwomen en girlbosses. Of high heels and no limits. Ik vind dat we daarmee moeten stoppen. Het is fantastisch dat we een Internationale Vrouwendag hebben, want het is ongelooflijk hard nodig. Maar laten wij vrouwen vooral niet te veel roepen dat je girlboss moet zijn of powerwoman. Al ben je het grootste zachtgekookte ei van Gelderland: dat is prima. Alles is prima. Iederéén is prima. Daar heb je geen high heels of killerjob voor nodig. Meisjes zijn goed. Iedereen is goed.
Dit jaar bood ik dezelfde vrouwenclub, waar ik vorig jaar die prijs won, zelf een prijs aan. Ik moest een beetje vertrouwen hebben, zei ravottende Rensie. Een prijs waar écht elke winnares wat mee kon. Een prijs ter waarde van heel veel centjes. Ik had een mooie samenwerking gevonden met twee slurfjes en de organisatie hoefde alleen maar ‘ja’ te zeggen. Ik kreeg een mailtje. Het hoefde niet. Ze hadden genoeg prijsjes. Of dat waar is? Geen idee. Denk dat je nooit genoeg cadeautjes of prijsjes kunt hebben, maar dat zal mijn ravottende Rensie-stem zeggen. Maar dit, lieve lezers, dit is waar Internationale Vrouwendag om gaat. Omdat het heel vaak tussen ons meisjes niet helemaal goed gaat. Zo ook dit: het was een prachtige kans om krachten te bundelen en anderen blij te maken. Maar ik zit thuis. Op de bank. Met mijn prijs. De Tomboy met haar Troostprijs.
SIRE komt met een nieuwe campagne. DOESLIEF. Vroeger was ik een Tomboy en ik nam het op voor hen die keihard gepest werden. Het was mijn lijfspreuk. ‘Hé joh, doe ’s lief!’ riep ik, vaak gekscherend. Humor redt namelijk alles. En lief zijn voor elkaar, redt ook alles. Ik heb een boodschap aan elke vrouw, elk meisje of elke dame die deze column leest: vergeet Vrouwendag. Las Vertrouwendag in. Heb het, in jezelf. Maar ook in anderen: ongeacht hun leeftijd, geslacht of herkomst. Ja, er is aandacht nodig voor vrouwen, want we moeten knokken. Maar knok. Doe lief. Wees jou, op jouw allermooiste manier. Heb Vertrouwen. Laat elke dag, een Vertrouwendag zijn. Voor iedereen.