Stedendriehoek

Testament aanvechten bij wilsonbekwaamheid

Wanneer een testament bekend wordt gemaakt, kan dit voor onaangename verrassingen zorgen. Het blijkt bijvoorbeeld dat uw geliefde zijn of haar totale vermogen aan een goed doel schenkt. Dat uw broers en zussen een groter deel van de erfenis van uw ouders krijgen. Of dat u bent onterfd. Wilt u een testament aanvechten? Teleurstelling is hiervoor geen grond. Dat kan echter wel het geval zijn als u de mentale gezondheid van de overleden persoon, op het moment van het opstellen van het testament betwijfelt. Kunt u aantonen dat diegene niet wilsbekwaam was toen de nalatenschap op papier werd gesteld? Dan hebt u wel degelijk een grond voor het aanvechten van het testament.

Testament opstellen
Om te bepalen of er een gegronde reden is om een testament aan te vechten, is het belangrijk om te weten wie een dergelijk document kan laten opstellen. Volgens artikel 4:55 uit het Burgerlijk Wetboek kan iedere persoon ouder dan zestien jaar, die handelingsbekwaam is en niet onder curatele staat vanwege een psychische stoornis een testament opstellen. Iedereen kan op elk moment een testament maken, mits iemand wilsbekwaam is. Ofwel: in staat is om zijn wil te bepalen. Wanneer is iemand wilsonbekwaam? Als bij het opstellen van het testament de geestelijke gesteldheid van een persoon tijdelijk of blijvend is gestoord en diegene daardoor de gevolgen van zijn handelen niet meer kan overzien.

Testament aanvechten
Wordt vastgesteld dat de erflater wilsonbekwaam was toen de nalatenschap werd opgesteld, dan is er een gegronde reden voor het aanvechten van het testament. Omdat het op grond van artikel 3:34 BW nietig is, kan er geen beroep op worden gedaan. Een testament dat nietig is, wordt namelijk hetzelfde gezien als een testament dat nooit heeft bestaan. Daarom heeft het geen rechtsgevolg. Als blijkt dat een testament nietig is, wordt onderzocht of er eerder een document is vastgelegd. Is daar geen sprake van, dan dient de nalatenschap afgewikkeld te worden conform het versterfrecht. Volgens het versterferfrecht verkrijgt de langstlevende echtgenoot alle bezittingen en schulden en de kinderen ontvangen hun deel nadat deze langstlevende is overleden. Heeft u problemen rondom de het aanvechten van een testament of heeft u hier vragen over? Dan kunt u veel informatie vinden in het Erfenismagazine. Dit is een online informatiemagazine, samengesteld door gespecialiseerde erfrecht advocaten. U leest hierin alles rondom erfeniszaken.

Bewijs leveren
Hoe kunt u aantonen dat een erflater wilsonbekwaam was op het moment dat zijn testament werd opgesteld? Dat is niet eenvoudig. Notarissen hebben een zorgplicht. De KNB (Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie) heeft een stappenplan geschreven dat notarissen helpt bij de beoordeling of een cliënt wilsbekwaam is om specifieke notariële handelingen te verrichten. Dit stappenplan is opgesteld in samenwerking met de Vereniging van Indicerende en Adviserende Artsen, Alzheimer Nederland en de Vereniging van Estate Planners in het Notariaat. Er kan in elk geval worden afgeleid dat de notaris een persoon in staat achtte om zijn wil te bepalen, uit het feit dat de notaris bereid was om het testament te passeren. Bent u ervan overtuigd dat de overledene wilsonbekwaam was op het moment dat die het testament opstelde, dan moet u dat bewijzen. Er zijn diverse manieren om bewijs te leveren. Onder meer met behulp van verklaringen van derden en doktersverklaringen. In sommige gevallen komt een voorlopig getuigenverhoor van pas.

Inzage medisch dossier
Wanneer u op zoek gaat naar bewijzen, krijgt u vanwege de privacy van de overledene niet zomaar inzage in het medisch dossier van de overledene. Maar de Hoge Raad heeft in 2001 geoordeeld dat de geheimhoudingsplicht in bepaalde gevallen doorbroken mag worden. Namelijk bij sterke tekenen dat er sprake was van wilsonbekwaamheid op het moment dat het testament werd opgesteld en de medische gegevens daar opheldering over kunnen geven. Echter wel op voorwaarde dat er geen andere manier is om uitsluitsel te verkrijgen. Door het in werking treden van wetsvoorstel 34994 op 1 januari 2020, is het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt verruimd, omdat daarbij is aangesloten bij de hiervoor aangehaalde jurisprudentie.