Sport
WENUM-WIESEL – Haast ongemerkt bereidt de selectie van de meest succesvolle voetbalclub van Roemenië zich al anderhalve week op het complex van WWNA voor op het nieuwe seizoen. Na het geslaagde trainingskamp van een jaar geleden koos de clubleiding van Steaua Boekarest opnieuw voor de landelijke idylle van Wenum-Wiesel om de accu op te laden. “Het is echt geweldig wat iedereen hier voor ons doet”, spreekt Steaua’s perschef Catalin Fainisi zijn waardering uit voor het gastvrije onthaal dat het gezelschap uit Boekarest andermaal ten deel valt.
Het laat zelfs een doorgewinterde professional als het hoofd van Steaua’s persafdeling niet onberoerd hoeveel moeite iedereen bij de Apeldoornse zondagvierdeklasser doet om het de leden van de bijna veertigkoppige FCSB-delegatie naar de zin te maken. “Dit is buitengewoon. In Roemenië is het ondenkbaar dat mensen op vrijwillige basis zoveel doen. Als bij ons iemand niet betaald krijgt, voert hij ook niets uit”, merkt Fainisi fijnzinnig op.
Met Marianne Alofs, zijn ‘collega’ van WWNA, kan de perschef lezen en schrijven. Sinds het eerste ‘oponthoud’ van de Roemenen in noord-Apeldoorn, ontwikkelde zich een bijzondere band tussen het tweetal. Dit resulteerde onder meer in een druk app-verkeer tussen Roemenië en Nederland. Met echtgenoot Mark en zonen Stefan en Sander ging Alofs eind april in de Roemeense hoofdstad op bezoek bij de familie Fainisi. De verbondenheid gaat inmiddels zelfs zo ver, dat Steaua’s perschef het bestuurslid van WWNA zijn inlogcode voor een Roemeens betaalkanaal heeft gegeven, zodat zij live alle duels van zijn club kan bekijken. “Marianne is echt Steaua-fan geworden.”
Hoezeer Alofs en de andere WWNA-vrijwilligers zich inspannen om ervoor te zorgen dat het hun Roemeense gasten aan niets ontbreekt, stellen Fainisi en de zijnen zeer op prijs. Dat daaruit een hechte vriendschap ontstaat, mag nochtans best bijzonder genoemd worden. De branche waarin de werknemer van Roemenië’s populairste voetbalclub werkzaam is, staat nu niet bepaald bekend om z’n sociale karakter.
“Met de Public Relations-manager van – pak ‘m beet – Sparta Praag onderhoud ik een puur zakelijk contact. Tussen Marianne en mij is dat anders. Het klikt gewoon tussen ons. Zij is zó aardig en toegewijd. Hoe kan iemand nu niét bevriend met haar raken? Dit gaat veel verder dan voetbal. Als PR-manager van een grote club als Steaua staat mijn telefoon de hele dag roodgloeiend. Voor Marianne maak ik altijd tijd. Al zijn mijn antwoorden meestal wel wat korter dan de berichten die ze mij appt.”
Alofs hult zich liever in bescheidenheid. De blonde notarisklerk vindt het zelf de gewoonste zaak van de wereld dat ze zichzelf het vuur uit de schoenen loopt voor haar Roemeense gasten. Ze voelt zich zelfs een beetje beschaamd dat zíj als spreekbuis van haar club telkens op de voorgrond treedt. Ze benadrukt daarom keer op keer het belang van de grote groep – onzichtbare – vrijwilligers waar WWNA op kan terugvallen. Ook de uitstekende samenwerking met de directie van De Keizerskroon, waar de FCSB-spelers en begeleiders tot en met zaterdag 8 juli verblijven, mag niet onvermeld blijven.
De bergen werk die zijzelf achter de schermen verzet om het trainingskamp probleemloos te laten verlopen, wuift ze daarentegen haast achteloos weg. Terwijl het toch echt aan de vasthoudendheid van Marianne Alofs te danken was dat Steaua tijdens het verblijf in Apeldoorn aan de Wieselsedwarsweg in actie kon komen tegen een Arnhems regioteam en het Oekraïnse Oleksandrya. Om de lokale autoriteiten te bewegen toestemming te geven voor het doorgaan van de oefenpotjes, moest ze bijkans hemel en aarde bewegen. Met al haar overtuigingskracht kreeg ze het toch maar mooi voor elkaar. Een welgemeend bedankje aan het adres van de politie voor hun medewerking was in de optiek van Alofs daarom niet meer dan vanzelfsprekend.
De perschef van Steaua Boekarest bewondert die flexibiliteit van doen en laten. “Met Marianne is het van ‘don’t tell me how it can’t be done, but show me how it can be done’. Zij is iemand die denkt in oplossingen in plaats van problemen.”