Stedendriehoek
Column Nanda Roep
Ineens schrok ik op: na 20.00 uur zou er niets meer open zijn. Níéts. Normaal gesproken hoef ik na achten niets meer te doen, maar nu werd ik zenuwachtig. Ik vroeg me af wat ik misschien, eventueel, alsnog zou missen? Iets, wat ik dan níét meer zou kunnen regelen…?
Het slaat nergens op, maar ik dacht: Iets zoets bij de koffie. In de horeca krijg ik er een koekje bij, maar vanaf nu is die optie er na achten niet meer. Ineens had ik zin in chocola… Wat zeg ik? Ineens móést ik chocola. Waar kwam dat nou weer vandaan… Hoe laat was het eigenlijk? Half acht al! Misschien kon ik het niet eens meer redden!
Het engeltje op mijn schouder zei: ‘Doe niet zo gek. Je redt het heus een avond zonder koekje of chocolaatje.’ Maar het duiveltje drong aan: ‘Je kunt het nú nog halen! Als je te lang wacht, is de kans voorbij – voorbij, zeg ik!’ Nog steeds hoorde ik heus ook de verantwoorde stem. ‘Je hebt je hier nog nooit druk om gemaakt, dus nu ook niet.’
Maar aan de andere kant klonk het zo: ‘Je moet chocola. Jemoetchocola. Je zult vanavond gek worden als je niet zorgt voor zoetigheid. Chocolachocolachocola…’ Nuffig vroeg ik of Silvester misschien ergens zin in had? Of ik soms iets voor hem kon halen? Maar nee, hij hoefde natuurlijk niets. In mijn oor klonk het van ‘tiktoktiktok’…
Ik trok mijn jas aan. ‘Misschien red ik het niet eens meer!’ Met gezwinde spoed ging ik naar de supermarkt. Eenmaal daar, was er nog voldoende tijd. Het werd ineens een raadsel wat er nou zó belangrijk was geweest.
Ik heb ook iets dat mij opviel. In de Hoofdstraat (Apeldoorn) werd een fietser terecht gewezen door de politie. Je mag er niet fietsen en hij moest verder lopen. Maar die man begreep niet goed wat de agent bedoelde en hij kwam niet meteen van zijn fiets. Die agent werd geïrriteerd en begon met zijn hand te gebaren dat de man moest afstappen. Alleen deed hij dat vanuit zijn AUTO!
Dus ik liep in de Hoofdstraat langs een auto die daar niet hoorde te rijden. Daarin zat een agent te gebaren naar een fietser die daar niet mocht rijden. Ik vond het alles bij elkaar nogal grappig. – Sylvia
Katinka, 52 jaar, Zutphen: “Pas vlak voor Kerst zet ik hem op. Ik haal zelfs twee bomen in huis, ja hoor. Als het kan, zet ik er drie neer! Ik vind het leuk om het huis aan te kleden. Het gaat ook helemaal op kleur en alles, dat heeft een beetje met mijn vak te maken, vormgeving. Ik heb een opleiding decoreren en etaleren gedaan. Maar na Oud en Nieuw gaat het er ook redelijk snel weer uit. Dan heb ik mijn overdosis wel weer gehad.”
Saniye, 41 jaar, Apeldoorn: “Ik ben principieel: tot en met 5 december mag hier nog geen boom. Vanaf 6 dec. zou het kunnen, maar op een of andere manier denk ik dan dat ik nog wel even kan wachten. En dan ineens is er haast. Eén keer kwamen we 24 december thuis van een reis en hebben we met Kerst gekeken of we nog een boom konden kopen. Maar ja, we hadden óók allemaal afspraken voor etentjes. Uiteindelijk hebben we toen op 3e Kerstdag alsnog een boom neergezet.”
Ganna, 45 jaar, Apeldoorn: “Vorig jaar heb ik de kerstverlichting niet weggehaald, dus die zie je nog elke avond bij me in de tuin. Ik vind het gezellig. Mijn vader gebruikte vroeger al lampjes buiten, hij was destijds de eerste in de straat. Er gingen lampen in de twee struiken naast de deur en op het balkon kwam nog een boom te staan. Hij gebruikte daarvoor echte lichtpeertjes. Vaak werden die gestolen, maar hij draaide er gewoon nieuwe in. Ik heb er warme herinneringen aan.”