Stedendriehoek
APELDOORN – Talentvolle tennissers zijn bij Remco Schreurs al sinds jaar en dag in vertrouwde handen. Nu de Apeldoornse tennistrainer sinds kort een uitgekiend dubbelspel met de KNLTB speelt, kan hij zich met nóg meer zorg ontfermen over potentiële sterren van de toekomst. Op de banen van Tennisvereniging De Maten stoomt Schreurs groeibriljantjes klaar voor de top. “Doel van de KNLTB is om de beste spelers met elkaar te laten trainen.”
Onlangs signeerde Schreurs een overeenkomst die hem tot officieel partner maakt van de tennisbond. In het bijzijn van niemand minder dan Davis Cup-captain Jan Siemerink zette de 44-jarige tennisleraar (rechts op foto) zijn handtekening “De KNLTB gaat samenwerken met een aantal scholen in heel Nederland. Wij worden een soort scout van de bond. Ik ga grofweg gezegd over het gebied Apeldoorn, Deventer, Zutphen, Arnhem. Het is de bedoeling dat kinderen van nationaal niveau samen gaan trainen. Ze willen zo spelers opleiden die de Top 100 van de wereld kunnen halen.”
Bij Tennisvereniging De Maten kan Schreurs de talenten die hij onder zijn hoede heeft optimale faciliteiten bieden. “Dit tennispark heeft alles wat ik nodig heb: zes gravelbanen en vier smashcourtbanen. En is het onverhoopt slecht weer, dan kan ik zo de Matenhal in. De trainingen gaan altijd door. Dat is wel lekker voor spelers die vanuit andere plaatsen naar Apeldoorn komen om te trainen.”
Dat de tennisbond uitgerekend met hem in de slag is gegaan, vindt Schreurs zelf niet zo vreemd. “Apeldoorn heeft niet zoveel trainers die echt prestatief bezig zijn. Het niveau van de trainers wordt bepaald door wat ze in het verleden hebben gepresteerd. Het klinkt misschien een beetje arrogant, maar ik ga al wel een jaar of twintig met spelers naar Nederlandse kampioenschappen. Veel kinderen hebben specifieke training nodig. Daar moet een plan voor gemaakt worden. Ik heb het wiel ook niet uitgevonden, maar ken wel negentig procent van de prestatietrainers in Nederland en grote delen van Duitsland en België. Degenen die partner zijn geworden van de bond, zitten op één lijn. Het gaat om de speler, die moet beter worden.”
“Apeldoorn heeft behoorlijk wat tennistalent. Je moet dat talent eruit zien te halen. En ook ouders er van zien te overtuigen dat hun kinderen wat vaker op de baan zouden moeten staan. We hebben in Nederland te maken met de schoolplicht. Als bij ons talenten van een jaar of tien twaalf uur in de week trainen, is dat al veel. In het buitenland staan ze soms al wel twintig uur op de baan. Een tennisser uit Nederland die echt goed gaat worden, kan daarom moeilijk al op zijn achttiende aan de top van de wereld staan. Wij zullen altijd twee of drie jaar later zijn.” (Tekst: Rob Kruitbosch)
