Stedendriehoek
‘Het zal je product zijn,’ fluisterde ik, direct na het horen van het Stint-ongeval in Oss. Huisgenoot keek me wat verward aan en over het algemeen begrijp ik dat heel goed, dat mensen mij vaak wat verward aankijken. Mijn hoofd gaat soms naar hoeken waarvan ik het bestaan niet eens wist. Dit keer ook. Want aan mister Stint werd niet gedacht. Terecht, ook. Er werd gedacht aan de kindertjes, hun ouders, de begeleidster, de familie, de omstanders, heel Oss… En ik dacht aan de meneer of mevrouw die de Stint bedacht had. Vast op een regenachtige ochtend, toen ‘ie met zijn Baboobakfiets – of hoe heten die hippe krengen – met wind tegen de bult op moest fietsen. Ik weet het zeker. ‘Dit kan beter’, dacht meneer of mevrouw Stint en ’s avonds, na de stamppot andijvie, was de Stint geboren. Daar denk ik aan. En aan de meneer of mevrouw die héél hard over het technische vernuft van het ding had nagedacht. Aan de school- en kinderopvangdirecteur, die het zo’n goed idee leek. Een supersonische bakfiets. Dat is een goed idee. Daar dacht ik aan.
Sint belt. Sinterklaas en ik bellen ieder jaar, zo rond begin november, met elkaar. Die ouwe is een taaie. Ook hij denkt veel na. We lullen wat bij, maken wat grappen, hij vertelt een schuine bak of twee en dan nemen we het nieuws van de afgelopen tijd door. Hij vertelt dat hij zoveel verzoekjes krijgt vanuit het personeel van kindercrèches. Die missen hun vervoersmiddel. Het schijnt een Stint te heten en die ouwe Klaas vraagt zich af of het ding naar hem is vernoemd. Ik murmel maar een beetje. Hij zegt dat Pakjespiet stad en land heeft afgezocht, maar er geen Stint meer te vinden is. Ik leg hem uit dat het bedrijf failliet is. De Stint werd namelijk, door belangrijke meneren en mevrouwen in de politiek, verboden. Het ding zou te gevaarlijk zijn om nog mee de straat op te gaan. Iedere gek mocht het ding zomaar besturen. Als ik met m’n páárd de weg op wil moet ik nog een bewijsje hebben, maar de Stint knorde zonder enige vorm van oefening zo de straat op. Zelfs voor veters stinten, eh, strikken, heb je nog een diploma. Voor een lullige scooter moet je nog in de bankjes zitten, maar een Stint met 8 leventjes erin mag iedereen besturen. Ik zal het wel niet begrijpen.
De directeur van de Stint strijkt met zijn hand over zijn boek met facturen. De allereerst verkochte Stints bewaarde hij als trots in het mapje. Dat mapje gaat de container in. De directeur had dit nooit, maar dan ook nooit, in zijn Baboobakfiets met tegenwind en regen kunnen bedenken. Dat er ooit, door een technisch mankement van zijn product, een aantal kleine belhamels zijn omgekomen.
Terwijl ik met Sint aan de lijn hang, zie ik een andere Klaas voorbij komen op tv. Klaasje Dijkhoff, koning Cabaret van de VVD. Tim Hofman, presentator en programmamaker van BNN, is met een kind dat vreest voor uitzetting naar Irak, bij politiek Den Haag. Tim stelt kritische vragen over de uitzetting van het 9-jarige jongetje. Dijkhoff wordt samen met Buma genadeloos voor het blok gezet. Het jongetje wil niet naar Irak, hij is daar nog nooit geweest. Volgens Buma moest het jongetje daarvoor niet bij hem zijn, maar bij de rechter. Mag ik u herinneren dat de wét wordt bepaald door de Kamer en dat de rechter vervolgens handelt naar de wet? Buma is directeur, en wijst, als het hem te heet onder zijn christelijke voetjes wordt, naar zijn personeel. Als je lafheid opzoekt in de Dikke van Dale, zie ik er een bepaald pasfotootje bij.
Sint en ik zijn een tijdje stil.
‘De wereld doet een beetje gek,’ zucht hij.
En dat doet de wereld. We bouwen technische hoogstandjes zonder te bedenken dat deze tussentijds getest moeten worden. En of er misschien een cursusje links of rechts aan gewaagd moet worden, alvorens we met leventjes over de weg crossen. We sturen de in Nederland geboren kinderen naar een land dat ze alleen kennen uit de Atlas. Het is niet ‘terug’ sturen. Het is sturen. We kunnen in één knip een bedrijf laten omvallen.
‘De wereld doet een beetje gek,’ mijmer ik terug.
We beloven dat we elkaar volgende week weer bellen, en hangen op. Die lieve meneer Stint, die lieve, ouwe Sint.