Stedendriehoek

Rekenkamer publiceert rapport over Evenementenbeleid in gemeente Apeldoorn: ‘Inwoners zien vooral de baten van de evenementen’

De Rekenkamercommissie van de gemeente Apeldoorn, onder leiding van voorzitter Karin Meijer, heeft een onderzoek geïnitieerd naar het lokale Evenementenbeleid. De centrale onderzoeksvraag van dit rekenkameronderzoek was: Welke succes- en faalfactoren kent het Evenementenbeleid in de praktijk? Wat zijn de kosten en baten en wordt door de gemeente hier voldoende afweging tussen gemaakt? Welke lessen zijn hieruit te trekken?

Om antwoord te geven op deze vragen is er gebruik gemaakt van een documentanalyse, interviews met betrokkenen en een enquête onder inwoners en ondernemers. Ook is een casusonderzoek naar vijf evenementen gedaan: het Drakenbootfestival, Roots in the Woods, de Midwinter Marathon, het WK Baanwielrennen en de Loense Moandag.

Het lijvige rapport beschrijft hoe het Evenementenbeleid en de uitvoering ervan zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, in welke mate evenementen bijdragen aan de gestelde strategische doelen en er is gekeken naar de robuustheid van het Apeldoornse Evenementenbeleid. Het betreft publieks-, top-, topsport- en culturele evenementen. Twee leden van de Rekenkamercommissie, Max van Oort en Erik Jan Aalbers, laten hun licht over het rapport schijnen, dat op donderdag 15 juli tijdens de Politieke Markt wordt besproken.

Max van Oort (Foto: Rob Voss)

Max van Oort, fractievertegenwoordiger van de VVD, heeft als lid van de Rekenkamercommissie het onderzoek mede-geïnitieerd. “Vanuit de gemeenteraad bestond al langer de behoefte om het Evenementenbeleid eens goed onder de loep te nemen. De evenementen die plaatsvinden in de stad Apeldoorn en de dorpen zijn zichtbaar en tastbaar, maar vragen wel om een toetsing: haken ze aan op de doelen die je als stad hebt? Wat zijn de kosten en baten? Hoe belangrijk is een evenement voor Apeldoorn?”

Want evenementen zijn nodig om Apeldoorn op de kaart te zetten, zegt Van Oort: “Bijvoorbeeld Deventer heeft een aantal grote, jaarlijks terugkerende evenementen met (inter)nationale uitstraling, wat goed is voor de binnenstad: denk aan de Boekenmarkt, het festival Deventer op Stelten en het Dickens Festijn. Veel inwoners en ondernemers in Apeldoorn missen dat hier, al zijn er wel een aantal typisch Apeldoornse evenementen die we in het onderzoek rond het Evenementenbeleid hebben ‘meegenomen’: het Drakenbootfestival, Roots in the Woods en de Midwinter Marathon. Dergelijke evenementen zorgen voor reuring en dat is het doel voor ondernemers en inwoners.”

Het onderzoek toonde onder meer aan dat sommige evenementen zelfvoorzienend zijn, met andere woorden: hun eigen broek kunnen ophouden, andere krijgen in een bepaalde mate subsidie. De laatste categorie is natuurlijk vooral een aandachtspuntje. “Een enquête onder de inwoners van Apeldoorn heeft opgeleverd dat zij toch vooral de baten zien, dus dat draagvlak voor evenementen is er in elk geval. Dan is het aan het college en de gemeenteraad om de balans tussen kosten en baten scherp in het oog te houden.” Als voorbeeld noemt de VVD’er de start van de Giro d’Italia in Apeldoorn in 2016: “Daar hing natuurlijk een prijskaartje aan, maar het had meteen ook een aanzuigende werking op de breedtesport in Apeldoorn. Want: hoeveel inwoners, jong en oud, zijn daarna zelf ook op een racefiets gestapt?”

In coronatijd zijn de gesprekken met de Apeldoornse ondernemers omtrent lokale evenementen gewoon doorgegaan, zegt Van Oort: “Zij hebben daarbij hun zorgen geuit over het herstel na corona en welke financiële consequenties dit kan hebben voor evenementen in de nabije toekomst. Daar moeten het college en de gemeenteraad zeker iets mee doen. Want een gedegen Evenementenbeleid houdt ook in dat je als gemeentebestuur je nek uitsteekt, lef toont.” Het ambitiedocument Apeldoorn 2040 laat zien dat de Gemeente Apeldoorn onder meer inzet op de aanwas van jonge mensen die het hoger onderwijs hier gaan volgen. “Wij moeten hen niet alleen huisvesten, maar er ook voor zorgen dat zij zich in Apeldoorn kunnen vermaken met een passend evenement.”

Erik Jan Aalbers (Foto: Rob Voss)

Erik Jan Aalbers, raadslid voor de ChristenUnie en eveneens een toegewijd lid van de Rekenkamercommissie, ziet het Evenementenbeleid als ‘interessante materie om eens in te duiken’. “We zien in de praktijk wat er aan evenementen plaatsvindt in de stad Apeldoorn en de dorpen, maar het is goed om de kosten en baten ervan eens scherp te krijgen. Want ook bij mij rezen er wel eens vragen als: Kost dit evenement niet meer dan het oplevert? en: Zijn alle kosten die met een evenement gemoeid gaan wel in het plan opgenomen?”

Aalbers maakt met veel plezier deel uit van de Rekenkamercommissie. “Hiermee kunnen we ons namens de gemeenteraad verdiepen in onderwerpen waar we graag meer van willen weten. Want Apeldoorn – en ook de dorpen – heeft veel evenementen. Sommige daarvan hebben al een lange traditie, andere worden soms onverwacht toegewezen aan Apeldoorn en zorgen voor haastwerk. En zeker ook dan komt die financiële verantwoording bovendrijven. Want is er bijvoorbeeld in de organisatie rekening gehouden met de kosten van ambtenaren die bij zo’n evenement moeten bijspringen en daardoor even niet inzetbaar zijn voor andere gemeentetaken? En realiseren we ons van tevoren de impact van alle beveiliging?”

Gedurende het proces werd Aalbers ook nog wel verrast: “Dat achter de schermen een Platform Evenementen bestaat met een coördinerende rol, was voor mij nieuw. Apeldoorn Marketing is daar ook bij betrokken, maar heeft geen heldere rol bij topsport- en topevenementen, wat ik wel altijd dacht. Veel verschillende organisaties binnen Apeldoorn zijn verantwoordelijk voor de activiteiten die onze stad op de kaart zetten. Daarom zou het goed zijn als in het nieuwe Evenementenbeleid de onderlinge samenhang daartussen duidelijk wordt, dat we weten wie wat doet, en op basis waarvan door wie besloten wordt. De rol van de raad is dan ook van belang.”

Topsportevenementen, zoals het EK beachvolleybal van 2018 en het WK Baanwielrennen, dat meegenomen is in het onderzoek van de Rekenkamercommissie, hebben een enorme impact op Apeldoorn, stelt Aalbers. Maar in dit onderzoek is bijvoorbeeld ook de Loense Moandag opgenomen, normaliter ook goed voor zo’n 20.000 bezoekers. “In de dorpen gebeuren ook veel mooie dingen en als gemeentebestuur zou je dorpen, stad en wijken op dezelfde wijze moeten beoordelen: voor alle evenementen, groot of iets kleiner, gelden bepaalde criteria waaraan moet worden voldaan. We hebben gemerkt dat zo’n Loense Moandag binnen het dorp Loenen breed gedragen wordt door inwoners en lokale ondernemers. Er gaat wel wat subsidie vanuit Gemeente Apeldoorn heen, maar zo’n evenement is minder afhankelijk van financiële ondersteuning.”

Aalbers is blij met de aanbeveling van de Rekenkamer voor een robuust Evenementenbeleid. “Eén waarmee je volgens een langetermijnplanning aan de slag kunt. En dat aansluit op de eigen doelen en typische kernwaarden van Apeldoorn. Ik kan hier niet zeggen welke evenementen het best bij Apeldoorn passen, want dat is subjectief, maar het van belang dat bij een evenement er een goede balans is tussen wat het kost in geld maar ook in overlast bijvoorbeeld, én wat een evenement oplevert voor Apeldoorn en de inwoners.”