Columns
Renske Kruitbosch
‘Geen tijd, over anderhalve week gaan we en ik zit volop in voorbereiding,’ zucht een vriend. Met de auto naar Noord-Italië.
‘Laat de tennisballen maar thuis, die mieteren daar al uit de lucht,’ ginnegap ik.
We bellen, want voor afspreken was geen gaatje. Druk, druk, want vakantie.
‘Er waren gewoon mensen,’ en hij neemt hoorbaar een slok van zijn biertje, ‘die niet terug konden met hun auto. Compleet verwoest! Treurig. Kijk je dan zo naar uit, hè?’
Ik knik, dat weet hij.
‘En die branden op Rhodos dan? Af-schu-we-lijk,’ gaat hij verder.
‘Voor wie?’
‘Voor die toeristen!’
Ik mijmer en denk aan de inwoners, vluchtelingen en alle dieren die er ontredderd achterblijven. Voor hen is er geen vlucht naar huis. Geen extra vliegtuigen, geen reisverzekeringen. Zij zijn maar van één ding verzekerd: hun leven zal voor altijd anders zijn.
‘Maar jij bent dus druk met pakken?’ vraag ik.
‘Hou op. En ik moet nog zoveel. Nieuwe zwempakken voor de meiden. Ze hebben er nu maar één. En wat te denken van alle nieuwe kleren, de reisapotheek. En het hele huis moet nog schoon.’
‘Waarom?’
‘Gewoon. Dat is toch lekker thuiskomen? In een superschoon huis? Je gaat toch niet weg in de waan van de dag?’
Ik neem ook maar een slok van mijn wijntje en loer door de woonkamer, net georganiseerd genoeg om geen chaos te zijn, net te rommelig voor netjes.
‘Ja, dat is lekker thuiskomen. Gek gegeven eigenlijk, hè? We gaan weg om te ontspannen, uit de sleur van het alledaagse te stappen om vervolgens weer opgelucht en blij te zijn bij thuiskomst.’
Het is stil.
‘Ja, goed, maar niet op vakantie gaan is geen optie. Het hoort er toch bij? Als je hard werkt, moet je op vakantie.’
We kletsen nog wat en de vriend zegt dat hij moet ophangen. Zijn vrouw is gestrest want het lijkt de eerste dagen regenachtig te worden op plaats van bestemming. Ik wens hem een goeie vakantie en hang op. Buiten schijnt de zon, de enige tennisbal die ik zie is van de hond en het vuur komt uit mijn aansteker. Vakantiestress. Misschien moeten we vakantie-less.