Columns
Als u dacht dat het onveilig was om een voetbalwedstrijd (of nou ja, iets wat er op lijkt) van Ajax te bezoeken, dan zit u helemaal mis. Aan de andere kant van Amsterdam gebeurt het. Het Van Gogh Museum in Amsterdam stopt met het uitgeven van de Pokémonkaart van Pikachu. Ik moest het zelf ook even twee keer lezen. Tot begin januari hingen er schilderijen van de bekende animatieserie, gebaseerd op de werken van Van Gogh in het museum. Mensen voeren opdrachten uit en krijgen dan bij de uitgang Pokémonkaarten. En dat kan niet normaal. Zodra die gasten bij de uitgang waren, veranderden ze in Pokémonsters. De bezoekers sloegen elkaar de hersenen in voor een glanspapiertje met een Japans animatiefiguur erop.
Doodeng. En dan heb ik het niet eens over het matten an sich: het is afgrijselijk dat volwassen mensen dusdanig zijn losgezongen van de realiteit dat ze met elkaar op de vuist gaan voor zoiets. Ik kan er met al mijn petten niet bij.
Als Van Gogh zich al niet kapot schaamde voor de nagebootste schilderijen met Pokémonthema, dan draait hij zich wel om in z’n urn om deze ellende.
Wat zullen de Ajaxhooligans zich ook schamen voor dit gedrag in het museum. Dat zij daar met hun doorgesnoven en dronken koppen de ingang van de Johan Cruijff ArenA in elkaar timmeren, dat is logisch. Hun club voetbalt slechter dan Bal Over de Heg 13 en daar ben je dan als fan naar van. En dan is het volkomen normaal om je stadion te molesteren. Moeten die elf gozers in het veld maar beter hun best doen. Maar de hooligans vinden het gedrag over zo een Pokémonkaart zó erg. En dat in een museum. Dat kan niet, dan heb je geen manieren.
Misschien moet de organisatie van de Pokémontentoonstelling een samenwerking met Ajax aangaan. Portretten in de stijl van Van Gogh. Van voetballers van vroeger. Toen voetballers nog voetbalden en Ajax nog in de bovenste regionen van het Eredivisievoetbal dartelde. Dat waren nog eens tijden. Dan mogen alle hooligans gratis naar binnen en aan het eind krijgen ze allemaal een wit zakdoekje. Om mee te wuiven als de tegenstander te sterk is of hun verdrietige neus in te snuiten. Pikhatsjoe!