Columns

ApoldroNU – Stiekemerd

Arnold Zweers

Apeldoorn stuurt dit jaar een scanauto de weg op. Dat ding is inmiddels het meest gehate voertuig van de hoofdstad. De Amsterdammers krijgen er ‘een rolberoerte’ van. Zet je even je auto half op de stoep omdat je ergens iets moet afleveren of een gehandicapte met zijn rolstoel naar de lift moet brengen en er verder geen parkeerplek is, dan kijk je gespannen om je heen of dat rotkreng er niet aankomt. Een auto als alle andere, alleen met zo’n dingetje – Big Brothertje – op het dak. De overheid als digitale stiekemerd.

Zelf heb ik dat akelige gevoel ook wel eens ervaren, omdat we af en toe op een woning en een poes in Amsterdam passen. Gehaast je spullen uitladen, zenuwachtig zoeken naar de sleutels van huis en parkeergarage. Want hij kan zomaar om de hoek komen zeilen, je kenteken scannen, en een week later ligt er een vette bon op je deurmat. Alsof er in onze maatschappij al niet genoeg stress is.

In Amsterdam doet het linkse bestuurscollege onder leiding van Femke Halsema ongeveer alles om de bevolking van zich te vervreemden; maar kleine A gaat grote A al aardig achterna. Want ook ons eigen Apeldoorn pakt graag de gewone man en de gewone ondernemer. De voorbeelden lagen afgelopen jaar voor het opscheppen.

Momenteel kampen de bewoners van de Dovenetel met slapeloze nachten. Een eengezinswoning opdelen in vier mini-units voor evenzovele alleenstaanden. Moet gewoon kunnen. De gemeente bagatelliseert het, maar natuurlijk wacht de bewoners overlast.

Ik ken flatbewoners die het appartementengebouw boven de Ozbaktat-supermarkt aan de Talingweg zijn ontvlucht omdat daar tal van flatjes werden vergeven aan vier of vijf Poolse/Roemeense gastarbeiders. Harde werkers hoor, maar ’s avonds en ’s nachts komt de ontlading met de fles in de hand. Weg nachtrust.

Voor de gemeente Apeldoorn heb ik trouwens een tip over hoe je nog verder van je burgers af kunt drijven: doe net als buurgemeente Brummen, waar alles nu online moet en de inwoners in het gemeentehuis niet langer welkom zijn. Bij ons is de parkeercontroleur binnenkort niet meer van vlees en bloed. Nu de stadhuiselijke chatbot nog.

Tot volgende week!