Columns

ApoldroNU – Homohaters

Arnold Zweers

Het regenboogzebrapad in hartje Apeldoorn begint al net zo’n soap te worden als de steeds prijziger, zwaar omstreden studentenbrug.

Eerst bij het station, nu bij de markt wil het met het ‘gaybrapad’, bedoeld als positieve aandacht voor lhbtiq+ers, maar niet lukken. Telkens moet er weer een nieuw wegdek onder en een nieuwe verflaag op. Koren op de molen van homohaters. Net als de jaarlijkse Canal Parade. Waar honderdduizenden nieuwsgierigen zich verlekkeren aan de door de Amsterdamse grachten varende schuiten vol zestigers en zeventigers die frivool met hun bijna-blote konten staan te draaien en de vele andere excentriekelingen die van gekkigheid niet weten wat ze moeten doen om te schitteren. Van veel homo’s die ik in mijn leven heb ontmoet, weet ik dat ze van dat extravagante gedoe niets moeten hebben. Geen ‘aanstellerij’, gewoon leven zoals ieder ander. En die ‘lhbtiq+gemeenschap’? Wat gemeenschap? Is er dan ook een hetero-gemeenschap? Ook niet-hetero’s zijn allemaal individuele mensen met volstrekt eigen denkbeelden en levensstijlen. Qua aandacht in de media, met name tv, zwaar overbelicht trouwens, het gaat hier immers om ‘slechts’ anderhalf miljoen mensen, ruim acht procent van onze bevolking.

Ooit was ik, begin jaren zeventig, één van de eerste journalisten die voor een grote landelijke krant, Het Vrije Volk, schreef over ‘homofielen.’ Een Apeldoornse vrouw wilde me spreken. Bij haar thuis aan de Zwolseweg vertelde ze over haar 28-jarige zoon die heimelijk ‘op mannen viel’ en daar enorm mee worstelde. De hoofdredactie vond haar verhaal, waarmee die moeder een taboe wilde doorbreken, zo bijzonder dat het in de hele oplage (300.000 kranten) meeging. De Apeldoornse vrouw kreeg bakken vol bijval. Ze toerde het hele land door. Werd gevraagd voor spreekbeurten bij de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers, de Vereniging van Plattelandsjongeren, het Katholiek Vrouwengilde. Zo droeg ze bij aan het prille begin van de homo-emancipatie. Nu, dik een halve eeuw later, kunnen homo’s in de grote steden niet meer hand in hand over straat lopen. Ze worden belaagd door bepaalde groepen allochtone jongeren. Maar vlak sommige autochtone jongemannen ook niet uit. Toen AGOVV nog in het betaalde voetbal speelde hoorde ik zelfs daar de ‘harde kern’ loeihard ‘Homooooo…!’ blèren als de keeper van de tegenstander de bal uittrapte. Lossen Canal Parades en regenboogzebrapaden dat hardnekkige probleem op? Ze wakkeren de homohaat alleen maar aan.

Tot volgende week!