Stedendriehoek
De ontwerp omgevingsvisie, die momenteel ter inzage ligt voor de inwoners van Apeldoorn, gaat vooral om de ruimtelijke (fysieke) ontwikkeling van Apeldoorn tot 2030, met een doorkijk naar 2040. De visie gaat over de ontwikkeling van de stad, de kansen voor de dorpen en het buitengebied.
In de ontwerp omgevingsvisie sorteert het college voor op de mogelijke keuzes als het gaat om de vraag waar in de toekomst nieuwe woongebieden, werkgebieden, groengebieden en energieparken kunnen worden gerealiseerd. Het laatste woord hierover is aan de gemeenteraad, die rekening houdt met de inbreng van de bewoners.
Het college kiest in de omgevingsvisie zoveel mogelijk voor inbreiding in de stad. Maar met een opgave van in totaal 12.500 woningen tot 2040 en de groei naar een inwonertal van 180.000 inwoners, is de stad daarvoor mogelijk niet groot genoeg en zoekt het college ook buiten de stad naar locaties waar bijvoorbeeld nieuwe woonwijken kunnen worden gerealiseerd. Daarvoor ligt een drietal scenario’s klaar, met als voorkeursscenario de keuze om aan de andere kant van de A1 (Beekbergsebroek) een nieuwe, landschappelijke woonwijk te realiseren met ruimte voor 2.000 à 3.000 woningen. En over dat draaiboek bestaan binnen de gemeenteraad zeer uiteenlopende meningen.
Martin Fransen, fractievertegenwoordiger voor het CDA, heeft kennis genomen van de plannen van het college rond het bouwen over de snelweg. “We hebben de drie scenario’s van het college bekeken, inclusief het voorkeursscenario voor de bouw achter de A1. Maar wij zitten hier als CDA genuanceerd in. Ik heb het al eerder gezegd, ook op deze pagina in jullie krant: maak ook de stad af!”
Zo verheugd als het CDA onlangs nog reageerde op de plannen voor de twee ontwikkelingsgebieden Veldhuis en Kayersmolen-Noord, zo terughoudend is de fractie op de nu voorliggende plannen voor de verrijzenis van een nieuwe wijk die door een snelweg wordt afgescheiden van Apeldoorn: “Natuurlijk, onze gemeente groeit, daar sluiten wij onze ogen niet voor. De bevolking groeit en Apeldoorn is een aantrekkelijke woongemeente. Bovendien is groei ook van belang voor de voorzieningen in onze stad en dorpen. Dus de komende jaren zullen er veel woningen gebouwd moeten worden. Maar het bouwen buiten de snelwegen mag je niet los zien van de binnenstedelijke locaties. Vandaar dat we als CDA zeer content zijn met de gebiedsvisies Veldhuis en Kayersmolen-Noord. Wel is duidelijk dat binnenstedelijk bouwen fors duurder is dan een uitbreiding. Om deze reden wordt er binnenkort een aanvraag bij het Rijk gedaan in het kader van de Woningbouwimpuls, wat inhoudt dat de rijksoverheid een belangrijk deel van de investeringen voor haar rekening neemt.”
En, heel belangrijk binnen de visie van het CDA: “Het gaat ons niet alleen om de groei van Apeldoorn, maar om het DNA van onze gemeente: een royale stad – koninklijk en ruim bemeten met voldoende plek voor groen en ontmoeting. Dat willen wij graag zo houden.” Dit betekent dat bouwen in de stad ook zijn beperkingen kent om deze ambitie waar te maken. Fransen begrijpt om die reden de keuze van het college wel: “Bovendien is uitbreiden buiten Apeldoorn ‘relatief makkelijker’ en kun je, meer dan in de stad, ook gezinswoningen bouwen want Apeldoorn blijft ook die comfortabele gezinsstad. Daarnaast kun je deze ontwikkeling bijvoorbeeld koppelen aan natuurontwikkeling, recreatie, natuurinclusief- en klimaatbestendig bouwen.”
Aandachtspunt voor het uitbreiden aan de zuidzijde is de A1 als mogelijke barrière, zegt Fransen: “We zijn als CDA echter niet per se pessimistisch over een ‘afgescheiden wijk’, want er zijn mogelijkheden om met bijvoorbeeld groen een mooie verbinding met de stad te creëren. Wij zullen de plannen in de omgevingsvisie de komende maanden uitvoerig bestuderen, maar nogmaals: bouwen buiten de snelwegen zal noodzakelijk zijn, maar graag eerst bekijken wat er in de stad nog allemaal mogelijk is, met behoud van onze mooie kwaliteiten, en hier daadwerkelijk mee aan de slag gaan.”
Lilian Haak, fractievoorzitter van Groei & Toekomst, vindt het bouwen van een wijk aan de andere kant van de snelweg A1 alvast geen slecht idee, maar denkt zelfs nog groter. “Onze fractie zegt: bouw geen wijk maar een heel dorp. Een dorp waar we vele plannen die de gemeente heeft in kunnen verenigen: energieneutraal, combinaties van wonen en (thuis)werken, woningbouw voor lagere- en midden-inkomens en verbetering van de natuur.”
En de naam van het dorp? Haak glundert: “Broekdorp of Appèldorp, of iets in die geest. Soms moet je de durf hebben om naast de evolutionaire veranderingen een revolutionair plan in werking te zetten. Een extra dorp binnen de gemeente Apeldoorn is zeker een vooruitstrevend plan, maar wel één met veel mogelijkheden. We hebben ideeën voor volledig energieneutraal wonen, elke woning voorzien van zonnepanelen en gemeenschappelijke lokale opslag van energie die tijdelijk niet nodig is. Weerstanden rondom plaatsing van zonnepanelen, windmolens etc. worden vermeden, want die zijn er al op het moment dat de bewoners er heen gaan. Een dorp met parkeergelegenheden aan de rand en een autoloze dorpskern. Woningen die vooral bedoeld zijn voor lage- en middenhuur en koopwoningen in het laag- en middensegment. Gemeenschapsruimten waar plek is voor sport, gezondheidsvoorzieningen en vrije tijd.”
Haak baseert het Visiedocument van Groei & Toekomst op de ideeën van de futuroloog Jacques Fresco. “Hij had in de jaren 60 al innovatieve ideeën over het wonen in de toekomst. Zó futuristisch, dat zijn plannen in een aantal bekende Science Fiction-films te zien zijn. Zijn ‘Venus Project’ heeft velen geïnspireerd. Al zestig jaar geleden maakte hij modellen van een stad waarbij wonen in het groen en wonen ‘in de hoogte’ gecombineerd werden. Woningen met verticale tuinen. Een dorp waar je aan de rand je auto parkeert, deze vult met lokaal opgewekt waterstof en vervolgens je weg naar huis lopend of op de elektrische fiets vervolgt.”
Het Appèldorp van Groei & Toekomst kent een compacte opzet, om zo weinig mogelijk natuurbelasting te veroorzaken. “Doordat er geen binnenwegen voor autoverkeer zijn, kan er veel compacter gebouwd worden. Daarnaast is wonen voorzien in semi-hoogbouwtorens die op een natuurlijke wijze in het landschap ingepast worden. Hierdoor kan in een gebied met een diameter van 2 tot 4 kilometer woonruimte gerealiseerd worden voor 5.000 tot 10.000 inwoners, inclusief basisvoorzieningen. Als de gemeente dit durft te doen, dan zetten wij hiermee Apeldoorn op vele gebieden op de kaart.”
Arjan Groters, raadslid voor de Partij voor de Dieren, wil niets weten van uitbreiding ‘over de snelweg’. “Om de natuur zo goed mogelijk in stand te houden, maar ook omdat het simpelweg niet nodig is.” Hij is van mening dat de gemeente Apeldoorn de lokale woningmarkt veel efficiënter kan inrichten. “Er is nog zoveel ruimte in de stad voor nieuwe bewoners, gewoon door creatief te denken en niet bang te zijn voor nieuwe woonconcepten.”
Groters vermoedt dat er uit het huidige woningbestand veel meer gehaald kan worden dan tot nu toe het geval is. “Voorbeeldje? Ik woon zelf in wijk De Maten. Dertig jaar geleden woonden hier meer dan 32.000 mensen, tegenwoordig minder dan 26.000. Dit betekent dat er effectief woonruimte voorradig moet zijn. En als dat in De Maten zo is, geldt dat wellicht ook voor andere wijken. Het lijkt onze fractie nuttig om daar eens onderzoek naar te doen.”
Namens de Partij voor de Dieren gooit hij enthousiast een balletje op over het zogenoemde Duowonen. Oftewel: jong en oud in één huis. “Om de druk op de woningmarkt te verminderen, zou het goed zijn om woningen van senioren te kunnen splitsen. Zo kunnen meer huishoudens gebruik maken van de bestaande woonruimte. Jongeren kunnen het afgesplitste deel relatief gunstig kopen of huren; doorsparen voor een grotere woning is dan mogelijk. Voor de oudere zijn er ook voordelen: bij verkoop komt er vermogen beschikbaar voor besteding en bij verhuur komen er maandelijks extra inkomsten.”
Maar er zijn ook talrijke andere opties, gaat het raadslid enthousiast verder: “De tiny houses in de wijk Zuidbroek zijn een succes gebleken. Welnu, waarom dan niet ook tiny houses in andere wijken, bijvoorbeeld in grote tuinen bij huurwoningen? Een schutting tussen beide woningen voor de privacy en je bent er!” Of deze: “Ik woon in de Dreven, waar meerdere flatgebouwen naast elkaar staan. Daar kan nog makkelijk een verdiepinkje bovenop, zo creëer je ook extra woonruimte.” En nog één: “Ik heb ook in de wijk Zevenhuizen gewoond, waar veel laagbouwwoningen voor ouderen staan, soort bungalows. Op sommige plekken kun je die vervangen door een mooi appartementengebouw voor ouderen. En ook in Apeldoorn-Zuid ziet onze fractie nog voldoende mogelijkheden voor extra woonruimte. Het college wil 12.500 nieuwe woningen bouwen voor de verwachte bevolkingsgroei van nog 15.000 mensen in 2040. En dan is het best makkelijk om Beekbergsebroek hierbij te betrekken. Té makkelijk naar de zin van de Partij voor de Dieren. Wees creatief met de beschikbare woonruimte, dan kom je al een heel eind!”