Stedendriehoek
APELDOORN – Koloniale Kast is de eerste In-Focus tentoonstelling waarin voorwerpen uit de eigen collectie van Paleis Het Loo belicht worden vanuit meerstemmige perspectieven. Conservator van deze tentoonstelling Conservator Cultuurgeschiedenis Marit Berends kan vertellen over de perspectieven. “We belichten in deze nieuwe serie als eerste de koloniale kast die eigendom was van koning Willem III uit 1872. En we zoeken antwoord op onder andere de vraag waarom de koning deze kast eigenlijk kocht.”
Paleis Het Loo onderzoekt sinds een aantal jaren sporen van kolonialisme en slavernij in de eigen collectie. Het verhaal achter de kast is relevant voor het bredere maatschappelijke gesprek erover. Dit naar aanleiding van de formele excuses die onze huidige koning in 2023 heeft gemaakt voor deze donkere bladzijde uit de geschiedenis en een onderzoek ernaar gelastte.
Onwetend
De geschiedenis van de Oranjes is ook doortrokken van kolonialisme en slavernij? “We weten een deel niet. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan. Tegelijkertijd weten we natuurlijk ook een deel wel. We willen dat onder andere met de koloniale kast vanuit verschillende perspectieven belichten. Allereerst hoe de kast verbonden is aan slavernij en waarom dit soort objecten lang niet als problematisch werden gezien. Koning Willem III kocht de kast in 1872 enkele jaren nadat hij de wetten voor afschaffing van slavernij ondertekende. De vraag hier is: waarom? Want het object is het meest in het oog springende object uit onze collectie. Gekocht na afschaffing. We kunnen niet in Willem III’s hoofd kijken. Een mogelijke verklaring is dat tien jaar na de afschaf het koloniale denken nog diep geworteld was en dat dat ook niet opgelost is nu na 400 jaar kolonialisme en slavernij. Bovendien werden beelden vaak in kunstobjecten toegepast en daardoor toegankelijk en acceptabel gemaakt.”
Perspectieven op een donker verleden
In hoeverre zijn de sporen uit dit deel van de geschiedenis van betekenis voor ons? “De kast is als het ware een spiegel, omdat het ons confronteert met een beeld van de geketende mens. Ook het hof was onderdeel van het systeem om een mens als slaafgemaakte uit te buiten. Het winnen van grondstoffen door goedkope arbeid bracht de VOC veel voorspoed waar we nu nog van profiteren. Maar dat had ook een keerzijde. Tegenwoordig zijn er nog steeds mensen trots op de handelsgeest en handel te drijven in de koloniën. Terwijl er ook het besef is er dat dit letterlijk en figuurlijk over de ruggen van de lokale bevolking ging.”
Na de afschaffing zagen de ‘oude slavenhouders’ zich als verlichte bevrijders van de tot slaafgemaakten is de bevinding van historicus Karwan Fatah-Black – één van de vijf perspectieven uit de tentoonstelling. Het idee bijvoorbeeld dat de Afrikaanse mens alleen maar slachtoffer is en hulp nodig heeft, is evenzo een vorm van doorwerking van kolonialisme. Het laat zien dat de emancipatie, dat samenlevingen in een achtergestelde positie een volwaardige plaats in de samenleving hebben, nog niet is voltooid. In denken en doen.
Gewoon een kast van notenhout
Tegenwoordig is de kast shockerend, de tijd is dus veranderd. “Hoe kijken we vandaag de dag naar zo’n kast en wat willen we als museum met zo’n collectiestuk? Willem III kocht de notenhouten kast omdat de stijl helemaal paste bij de laatste trends aan het hof. De kast werd in Venetië gemaakt.” De kast is geïnspireerd op de Venetiaanse huwelijkskist uit de vroege 17e eeuw. Schelpen, kinderen op dolfijnen en het wapen van de familie Cavalli verwijzen ook naar deze stad. Het beeld van de dienende, geknielde zwarte man was een eeuwenoud motief. Bij aankoop van de kast was de kunst leidend en gebruikelijk in die kringen. Het stereotype beeld riep blijkbaar geen vragen op aan het hof. Daarmee droeg de koning, bedoeld of onbedoeld, bij aan het in stand houden van de beeldvorming rondom slavernij. We nodigen mensen van harte uit te komen kijken en er vanuit hun eigen perspectief naar te kijken en zich vragen te stellen als: wat leert de kast mij? We willen hiermee een gespreksplek bieden om het over de sporen van slavernij en doorwerking van kolonialisme te hebben.” sluit Marit af.