Stedendriehoek
door boswachter Martin Koops
n
Ik stel me zo voor dat u zich bij het lezen van deze kop, al bedenkelijk kijkend, eens achter de oren krabt. Toch zijn dit, zeker in de natte perioden van het jaar zoals herfst, winter en voorjaar, wel degelijk de omstandigheden die te vinden zijn op het Deelense Veld. Dit uitgestrekte gebied van enkele honderden hectaren groot is te vinden aan de oostkant van Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Hier zijn ook diverse poelen en vennen te vinden met namen als de Deelense Was, de IJzeren Man en de Gietense Flessen.
Badkuip
Wat verklaart nou dat het hier zo nat kan worden? Het antwoord is dieper in de bodem te vinden. Hier bevindt zich namelijk een ondoordringbare oerlaag, waardoor het water niet in de grond kan wegzakken en waardoor het gebied lijkt op een grote badkuip die zich bij een langdurig natte periode langzaam vult. Uiteindelijk, wanneer deze badkuip’ volledig gevuld is stroomt deze over en wordt het water via oude smeltwaterdalen ontstaan tijdens de laatste ijstijd afgevoerd naar de lager gelegen gebieden waar het langzaam in de grond wegzakt. In één van deze smeltwaterdalen ligt de eerder genoemde IJzeren Man. Als dit ven volledig gevuld is ontstaat er een uniek fenomeen: een heidebeek begint te stromen. Via deze beek kunnen bij een grote wateraanvoer in korte tijd honderden kubieke meters water afgevoerd worden naar lager gelegen gebied.
Vegetatie
Kenmerkende begroeiing van het Deelense Veld is natte heide. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden bestaat deze begroeiing niet alléén uit heide. De overheersende soort is weliswaar dopheide maar er zijn ook vele andere soorten te vinden waaronder een aantal bijzondere zoals zonnedauw beenbreek en klokjesgentiaan die allen de beschermde status hebben. Het beheer van dit gebied is er dan ook op gericht deze soorten te behouden en door specifieke
‘
