Stedendriehoek

IK (R)OOK?

Sinds een week of twee moet het kadaver weer in het gareel, dus ik ben op streng dieet. Ik ren me de pleuris, sta als een debiel touw te springen om maar te zwijgen over het crunchen en lungen. Ik lees boeken over groenvoer en koolhydraten, vetten en alcohol. Veel kan ik missen, maar laatstgenoemde doet me een beetje pijn. Alcohol is mijn associatie met gezelligheid, mijmerij, knusse aangelegenheden en pret. Alcohol is leuke tijden.

ProRail wil ook op dieet. Het rokersdieet. Ze willen die rookroosters en pielepaaltjes weghalen van de perrons. Beetje vaste lezer weet dat ik niet vies ben van een pafje. Naast roker ben ik beelddenker, dus toen ProRail met het rokers-afweer-idee kwam, zag ik mezelf al gaan. Trein uit, handtas onder de oksel, sprinten naar de uitgang, uitchecken, sigaret roken, wachten – want er moet zoveel tijd tussen dat verrekte in- en uitchecken zitten, inchecken, rennen naar je volgende overstap en je trein missen. Bij die gedachte moet ik lachen. Lachen is gezond, dus dat compenseert dat roken weer een beetje. Het cirkeltje is weer rond.
Verandering veroorzaakt weerstand. Het hele rook-verban-beleid doet (as)stof opwaaien. Rokers worden verketterd! Buitengesloten! De overheid is aan het betuttelen! Het is te gek voor woorden! Dat zal allemaal wel, maar we zien een daling in het aantal rokers. Waren dat er nog 1 op 4 in 2015, nog maar 1 op 5 rookte in 2018. Het anti-rook-beleid, inclusief toeters, bellen en de hele fanfare maakt dat er minder gerookt wordt. Minder geasfalteerde longetjes. Minder nare ziekten. Minder grauwe huiden. Minder hartinfarcten. Dàt willen we allemaal minder! Klein grapje richting rechts. Lachen is gezond.
Vijf jaar geleden lachten we ons massaal krom om 0.0 bier. Mijn held Youp voorop. Het bier smaakte als overdatumde cider met een druppie Dreft en als je er mee gespot werd, was je verzekerd van een jaar het bokje zijn in de vriendengroep. Vinger over het etiketje, dus. Vijf jaar geleden dronk geen hond 0.0. Nu staan er schappen vol. Proosten we trots. Zonder alcohol. 0.0 heeft de associatie kunnen wekken van gezelligheid, mijmerij, knusse aangelegenheden en pret. 0.0 is leuke tijden.
De eerste vijf dagen van het dieet moet ik vasten. 16 uur klein beetje doodgaan, 8 uur eten. Zat met een vriend te eten.
‘Waarom stop je niet meteen met dat gepaf?’ vraagt hij.
‘Ik weet het niet. Af en toe. Sigaretje. Ach ja…’ ik murmel nog wat over verboden vruchten en geneugten van het leven en ik heb écht geen beter antwoord.
Ik werkte in een café en iedereen rookte. Ik kocht een pakje Marlboro (cowboys – stoer) en ben gaan ‘proefroken’ in mijn slaapkamer. Duurde drie dagen totdat m’n vader de peuken onderin de perken vond. Die tikte ik handig uit het raam. Sindsdien rookte ik en niemand die er gek van op keek. Ik durf te zeggen dat ik nooit begonnen was, als ik nu 16 was geweest. Nu het veel minder normaal is. Duur is. Ontmoedigd wordt. Het hele in- en uitcheck-verhaal bij NS erbij komt.
Iets in mij is rock ’n roll en daar hoort volgens mijn domme, oude idee nog een sigaret bij. En een borrel. Want dat is ‘leuk’, een borrel drinken. Totale gekte om dat te denken. Net als dat het totaal van de zotte is te bedenken dat we jaren geleden nog in potdichte kantoren paften, om maar te zwijgen over de treincoupés. Ons gek gierden om 0.0 lulletjes. De overheid wil het paffen verbieden en ik vind dat helemaal oké. Ik kijk nog even of ik mee doe. Of dat er ergens een klein rock ’n roll cowboytje, met een 10% biertje, in me omhoog blijft borrelen.