Entertainment
CODA verwierf in 2016 een groot deel van de collectie modesieraden van Jozef ‘Joop’ Wiggers (1934-2017). Wiggers was niet alleen grafisch ontwerper, schilder en uitgever van Jan, Jans en de kinderen, maar ook een hartstochtelijk verzamelaar en een groot liefhebber van mooie dingen.
Tijdens een van zijn vele bezoeken aan boekenbeurzen ontdekte hij boeken over modesieraden. Het markeert het begin van zijn verzameling en zijn passie voor het modesieraad. Zijn verzameling is niet alleen de ‘afdruk’ van een persoonlijk verhaal, maar geeft ook een uniek beeld van de ontwikkeling van het modesieraad. CODA Museum toont van 11 juli tot en met 21 november de hoogtepunten uit deze bijzondere, particuliere collectie onder de naam All that glitters.
Het modesieraad wordt aan het begin van de twintigste eeuw populair als ontwerpers als Coco Chanel en Elsa Schiaparelli het idee doorbreken dat sieraden synoniem zouden moeten zijn aan goud, zilver en edelstenen. Coco Chanel schroomt niet om echte parels en de synthetische variant te combineren. Het drukt niet alleen de prijs van het sieraad, maar maakt het ook toegankelijk voor een grotere groep mensen. Zo verschuift het sieraad van statussymbool naar fashion statement en expressiemiddel. De term modesieraad, of costume jewellery in het Engels, wordt gebruikt voor sieraden die niet vervaardigd zijn van edelmetalen en edelstenen, maar bijvoorbeeld op het gebied van vormgeving, vanwege hun intrinsieke kwaliteit of als representanten van een tijdvak van waarde en betekenis zijn.
Omdat de nadruk bij het modesieraad veel minder ligt op het pronken met goud, parels en edelstenen, hebben ontwerpers alle ruimte om te experimenteren en uit te pakken met kleur, grootte en vorm. Coco Chanel ontwierp met haar goede vriend Fulco di Verdura sieraden met het Maltezer kruismotief, gebaseerd op het oude symbool van de kruisridders. Door de twee wereldoorlogen werden edelstenen en diamanten schaars en nam het gebruik van geslepen glas, met name uit Oostenrijk en Tsjechië, een vlucht. Swarovski begint in de jaren vijftig te experimenteren met nieuwe afwerkingen voor glazen kristallen. Een voorbeeld is de aurora borealis: een regenboogachtige afwerking die Dior veelvuldig zou gebruiken in hun modesieraden.
Onder invloed van Hollywoodfilms worden modesieraden in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ongekend populair. Ruim vertegenwoordigd in de Wiggers-collectie zijn de sieraden van Joseff of Hollywood. Met het witte doek in het achterhoofd ontwikkelde ontwerper Eugene Joseff het ‘Russische goud’; een metaal dat niet erg glimt en daarmee beter geschikt was voor film. Joseff deed voor de films waaraan hij meewerkte onderzoek naar de historische periodes waarin de films zich afspeelde. Een voorbeeld is de wereldberoemde film Cleopatra met Liz Taylor in de hoofdrol. De Egyptische motieven uit deze film werden razend populair. Historische invloeden zijn ook terug te zien in het hedendaagse sieraadontwerp. Een goed voorbeeld is de recente revival van het modehuis Schiaparelli onder de Amerikaanse ontwerper Daniel Roseberry.
Gefascineerd door de schoonheid en creativiteit van de ontwerpen ontwikkelde Joop Wiggers een voorliefde voor de sieraden van Chanel, Dior, Miriam Haskell en Rebajes. Hij bezocht veilingen en was vaste klant in vintagewinkels en juwelierszaken. Zo ontstond in de loop der tijd een unieke particuliere verzameling die een overzicht geeft van ontwikkelingen van het modesieraad. All that glitters is nog tot en met 21 november te zien in CODA Museum Apeldoorn. Voor meer informatie: www.coda-apeldoorn.nl/tickets