Stedendriehoek
Column Renske Kruitbosch
‘Ben je nooit bang,’ begint hij langzaam, ‘dat het er ineens niet meer is?’
Ik ben altijd bang en dat antwoord ik ook. Het bankje is wat klammig, de IJssel ruikt naar water.
Hij is een rokende midden-vijftiger of een kwiek uitziende 70-jarige.
Zijn hand glijdt in zijn zak en er komt een pakje sigaretten uit.
‘Irritant,’ fluister ik, ‘dat je niet meer kan zien wat iemand rookt, hè?’
Hij haalt zijn schouders op.
Ik liep wat te lopen langs het water toen ik neerplofte op een bankje. Ploffen en paffen. Hij kwam naast me zitten. Lange grijze jas, licht baardje en een hoed. ‘Dag Renske,’ zei hij. Dat blijft gek.
We praten nu al wat een uur lijkt. Ik vind het leuk om met onbekenden te klasjeneren, ze leren je nieuwe dingen. Hij ook.
‘Het lijkt me ingewikkeld om een broodschrijver te zijn,’ vervolgt hij.
Ik word altijd een beetje grommelig van het woord broodschrijver. Het heeft een negatieve lading. We noemen iemand toch ook geen broodpolitieagent? Broodpiloot? Broodchauffeur? Ja, ik schrijf voor mijn brood, maar waarom moet dat woord er persé bij?
Voor ik iets kan zeggen, gaat hij verder.
‘Dat vind je een stom woord zeker, hè?’ en hij grinnikt. Hij heeft veel lachrimpels. De enige rimpels die ik blij verwelkom.
Ik lach en knik. ‘Het is leuk om te schrijven. Het circus in je hoofd gaat altijd door. Het stopt nooit. Het is een kakefonie van anekdotes, meningen, quotes en scènes. En met een beetje geluk stotteren mijn vingers ze dan uit op het toetsenbord.’
Hij kijkt naar mijn handen. Afgekloven nagels. Dat is een bijkomstigheid voor veel creatievelingen, geloof ik.
‘Zou je zonder kunnen?’ hij blaast de sigarettenrook uit en haalt een zakflesje whisky uit zijn binnenzak.
‘Ja. Als het moet, kan ieder mens zonder alles.’
Daar moet hij over nadenken. Ik zelf eigenlijk ook. Die pleurispandemie leert ons dat we veerkrachtig zijn. De één meer dan de ander. Ik orakel vaak over gevoel maar in dit geval is het de geest die sterk moet zijn. Flexibel moet zijn. Dóór moet gaan. Ieder mens heeft zijn gevoel en motieven. Iedereen is benauwd en niemand weet het zeker. Maar wie bang is, moet doorgaan. Daar is moed voor nodig. En liefde. Broodnodig.