Stedendriehoek

ALS HET WARE

‘Zou je willen trouwen?’
Ik verslik me in mijn koffie. Soms proest ik van het lachen, dan komt het door mijn neus. Ik weet het niet, maar dat is een stom antwoord.
‘Het lijkt me heel romantisch.’
We zitten op een hippe bank met berenvelletjes. Ik heb niet veel met hip, maar vind beren heel aandoenlijk. Zijn leren tas staat tegen de tafelpoot en kleurt bij de camelkleurige schorten van de bediening.
Hij vindt het flauwekul. Dat snap ik eigenlijk wel. Wat voegt het toe?
Omdat ik niet overtuigd ben wil ik het niet verdedigen. Ik doe het toch, rare gewoonte.
‘Misschien is het idee er omheen dat me intrigeert,’ stotter ik, ‘dat er iemand voor altijd voor jou kiest, dat je grote liefde voor je staat. Dat overweldigende gevoel van verliefdheid en houden van. Geloof jij in een ware?’
Hij kijkt me verwonderd aan. ‘Ja.’
Veel mannen dragen zijn parfum, hij maakt het bijzonder. Mijn wipneus kan goed ruiken, zijn haar zit nonchalant. Sneakers, ijsblauwe ogen.
‘Hoe weet je of iemand de ware is?’
Meestal ben ik benieuwd wat iemands antwoord is, omdat ik wil weten wat er in een ander omgaat, maar dit keer vraag ik het me oprecht af.
‘Dat weet je niet, dat voel je. Dat gaat niet geleidelijk. Dat is er. Als donderslag bij heldere hemel. Vaak op momenten dat het niet uitkomt of dat je het niet verwacht.’
Hij glimlacht. ‘Hoor mij nou, best romantisch voor een pragmatisch type als ik, hè?’
De ober brengt hem water. Bar le Duc, dat zie je niet vaak in cafés.
Hij vraagt zich af waarom ik geen grote liefde heb. Hij stelt hem niet. Maar je ziet het, als die gedachte bij mensen door hun hoofd glijdt. Dat is een bepaalde blik.
Twee maanden terug kwam er een nieuw dier op de boerderij. Een jongetje. Een buurmeisje vatte mijn leven liefdevol samen. ‘Ik snap wel dat Rens alleen maar jongensdieren neemt. Omdat ze geen man heeft!’
Het was de meest scherpe observatie die ik in tijden gehoord had.
Hij staat op, pakt zijn tas en kust me drie keer.
‘Jij bent de ware,’ en hij tikt me op mijn kop, ‘en diegene die jouw ware is, gaat de wereld veroveren.’
Ik grinnik. In ieder geval die van mij.