Stedendriehoek
Bron: NNP
Jongeren gebruiken voornamelijk sociale media om op de hoogte te blijven van wat er speelt in de wereld. Deze veranderde nieuwsconsumptie is blijvend: de mediaroutines die jongeren nu ontwikkelen, bepalen hun mediagedrag in de toekomst.
Nieuwsmerken zijn echter nog terughoudend om aanwezig te zijn op sociale media. Dat heeft alles te maken met het huidige verdienmodel. Private nieuwsmerken verdienen aan abonnementen of reclames via hun eigen kanalen. Maar op sociale media verdient vooral het platform aan het nieuwsaanbod, niet de makers. Er ligt dus een grote uitdaging voor nieuwsorganisaties om jongeren toch te bereiken met op jongeren gericht journalistiek aanbod, zodat jongeren de waarde hiervan ervaren, en de journalistieke merken voeling houden met hun toekomstige gebruikers. Anders komt een belangrijke voorwaarde voor de vitaliteit van onze democratie – een pluriform medialandschap, waar meerdere onafhankelijke nieuwsredacties hun werk doen – in het gedrang.
Dat is één van de conclusies van het onderzoeksrapport ‘Een blik op de toekomst van het nieuws’, dat het Commissariaat voor de Media dinsdag overhandigde aan Loes Mulder, de secretaris-generaal van het ministerie van OCW.
Uit het onderzoek blijkt dat 78% van de jongeren sociale media gebruikt voor hun nieuwsgaring. Dat het nieuws hier automatisch voorbijkomt, speelt daarbij een belangrijke rol. De opstelling van veel jongeren is: ‘het nieuws vindt mij’. De interesse van jongeren in nieuws stijgt als het nieuws een invalshoek heeft die relevant is voor deze groep. Het onderzoek toont ook aan dat er – anders dan vaak wordt gedacht – geen sprake is van een vertrouwenscrisis in nieuws: 94% van de jongeren vertrouwt het nieuws. Slechts 6% wantrouwt het nieuws; dit percentage is gelijk onder jongeren en ouderen.
Commissariaat-voorzitter Amma Asante: ‘Wat dit onderzoek uniek maakt, is niet alleen de vernieuwende onderzoeksaanpak, maar ook dat het inzoomt op jongeren als nieuwsgebruikers van de toekomst: hun nieuwsconsumptie, hun nieuwsinteresse en hun vertrouwen in nieuws. Nieuwsgewoonten veranderen blijvend. Het onderzoek en de aanbevelingen helpen ons en de sector daarom te bepalen wat er nodig is om ook in de toekomst een pluriform en onafhankelijk medialandschap te behouden.”
“De uitkomsten van het onderzoek raken het werk van diverse betrokkenen. Wat kunnen nieuwsmakers doen om zichtbaar te zijn op sociale media, waar de jongeren nu en straks te vinden zijn? Wat kunnen beleidsmakers doen om ervoor te zorgen dat jongeren ook in de toekomst in aanraking blijven komen met pluriform en onafhankelijk nieuws? En wat kan het Commissariaat doen om, rekening houdend met het veranderende nieuwsgebruik van jongeren, een divers en veilig medialandschap te stimuleren en te bewaken?’
Nieuwsorganisaties en beleidsmakers moeten het gat tussen jongeren en journalistiek aanbod zien te dichten. Dit zijn daarvoor de vier belangrijkste aanbevelingen uit het rapport:
Ontwikkel als nieuwsorganisatie een aanpak om nieuws zichtbaar, vindbaar en herkenbaar te maken voor jongeren. Breken met journalistieke conventies en inzet van sociale media zijn daarbij noodzakelijk.Onderzoek de mogelijkheid van (tijdelijke) stimuleringsmaatregelen voor de nieuwssector om specifiek op jongeren gerichte initiatieven te ontwikkelen.Reguleer techbedrijven zo snel mogelijk, zodat nieuws prominenter wordt in het aanbod en nieuwe verdienmodellen voor de nieuwssector kunnen ontstaan.Stimuleer nieuwswijsheid van jongeren binnen het onderwijs zodat zij professioneel gemaakt nieuws leren herkennen, met extra aandacht voor jongeren met een praktijkgerichte opleiding.
Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers van het Commissariaat voor de Media, in samenwerking met Irene Costera Meijer. Zij is em. hoogleraar Journalistiekwetenschap aan de VU. Het onderzoekstraject bestond in de eerste plaats uit een grootschalig vragenlijstonderzoek onder jongeren van 16 tot en met 24 jaar. Met daarin specifiek aandacht voor de rol die sociale media spelen in hun leven en de gewoontes die zij hebben ontwikkeld om zich op de hoogte te houden van wat er speelt in de wereld. Om een vergelijking mogelijk te maken met een oudere generatie is de vragenlijst ook voorgelegd aan 40- tot en met 65-jarigen: de leeftijd van veel ouders van deze jongeren en bovendien de leeftijd van veel (senior) nieuws- en beleidsmakers.
Naast een uitgebreid vragenlijstonderzoek zijn de aanwezigheid van nieuwsmerken en andere initiatieven die nieuws verspreiden op verschillende sociale media in kaart gebracht. Ook zijn de onderzoekers in gesprek gegaan met nieuwsmakers over de keuzes die zij maken in hun aanwezigheid op sociale media, en over jongeren als doelgroep.