Columns
Eke Mannink
Het toeristentreintje van Zutphen, de Zutpfan geheten, reed afgelopen zaterdag over de Houtwal naar de rotonde, om aldaar terug te keren. Ik kon de gids niet verstaan, iedereen keek naar de goede kant toen het treintje, eigenlijk meer een bus, voorbij zoefde. Dat wil zeggen: naar de vijver, en niet naar de kantoorgebouwen aan de andere zijde van de straat.
Er zaten best veel hip ogende types in deze keer, alsof ze dachten: ik ben hier toerist, niemand kent me, ik doe het gewoon. Incognito werden ze langs de plekken-die-ertoe-doen geleid. Op de Zutpfansite lees ik: ‘De chauffeur wist erg veel te vertellen over deze hanzestad. Nooit geweten dat Zutphen al zo oud is! Uitstekende zitplaatsen in deze elektrische trein, zowel open als dichte wagons.’
Het plan ontstond om me over mijn schroom heen te zetten en een keer mee te rijden, om van binnenuit te voelen hoe het is om als passagier in deze mobiele toeristische trekpleister te verwijlen.
Maar ik kan er niet omheen. Ik word aangeraakt door een ander evenement in hetzelfde stadje, iets waar ik direct bij betrokken ben, en over wil schrijven. Het PoëzieFeest in Dat Bolwerck. We hebben er als organisatie maanden naartoe geleefd, het is bijna onwerkelijk dat het zo snel voorbij gaat. Ruim vijftig bezoekers genoten afgelopen zondag van de magische sfeer in de tuin en de zalen van Dat Bolwerck. Het programma leek een organisch geheel; de verschillende elementen maakten de indruk uit elkaar voort te vloeien. Het was geweldig om mee te maken.
Zo was daar Astrid Lampe, de dichter-van-dienst die zowel het eerste als het laatste woord van de middag had. Ze heeft een prachtige manier van voordragen, en poëzie die tot nadenken stemt. ‘Even een bodempje leggen,’ zo begon ze de middag. Het werd een meerlagige aardkorst waar menig voedselbosuitbater voor zou tekenen, om in de metaforensfeer te blijven. Het publiek stond beduusd op om zich naar de groene zaal te begeven. Iedereen nam de gedichten mee in de eigen gedachten, een groepsgevoel maakte zich van ons meester: hier kunnen we op voort.
Hans Alma sprak over zingeving en poëzie, Hans Bor stelde waarneming en poëzie centraal, Astronaut ging in op de relatie tussen poëzie en muziek. De combinatie van tekst en gitaarspel van de muzikant was van een ingetogen schoonheid.
In de laatste aflevering van Zomergasten van dit jaar, waarin acteur Pierre Bokma de door hem gekozen fragmenten toelichtte, kwam op het eind een stukje Ratatouille voorbij. Een animatiefilm die me altijd weer kan bekoren. Remy, de rat die de hoofdrol heeft, droomt ervan een bekende Franse chef-kok te worden. In het door Bokma gekozen fragment heeft Remy het over recensenten. Wat een recensent ook schrijft over een kunstwerk, een boek, een gelegenheid – het is altijd minder dan het kunstwerk, het boek, de gelegenheid zelf.
Daar moet ik nu aan denken. Ik ga natuurlijk niet ons eigen poëziefeest recenseren, daarvoor ben ik te betrokken. Maar wat klopt: wát ik er ook over schrijf – het is altijd minder dan het was.
Wat dat betreft had ik beter dat treintje kunnen nemen.