Sport

Katja Stam en Raïsa Schoon tegen de ‘stroom in’ naar de wereldtop

APELDOORN – Van dinsdag 13 tot en met zondag 18 augustus wordt het EK beachvolleybal in Nederland gespeeld en Apeldoorn is een van de drie speelsteden. Met een aantal verhalen tellen we af naar dit grote sportevenement. Het duo Katja Stam/Raïsa Schoon speelt zijn groepswedstrijden op het Marktplein. Wordt hier de basis gelegd voor goud?

Apeldoorn verwelkomt in de week van de EK beachvolleybal drie Nederlandse teams. Naast de mannen Stefan Boermans/Yorick de Groot en Ruben Penninga/Thijmen Heemskerk zijn dat Katja Stam en Raïsa Schoon. Dat laatste duo is al jaren toonaangevend in eigen land en ook al niet meer weg te denken uit de wereldtop.

De twee werden in 2019 aan elkaar gekoppeld en het succes liet niet lang op zich wachten. Naast een aantal Elite 16-overwinningen wonnen de twee ook al eens zilver en brons op het Europees kampioenschap. Vooral Raïsa Schoon bewees daarmee tegen veel verwachtingen in wel degelijk geschikt te zijn voor de wereldtop.

Te klein

Als tiener werd ze vaak letterlijk en figuurlijk aan de kant geschoven omdat ze te klein zou zijn voor topvolleybal. “Het was niet altijd leuk om te horen dat je te klein bent. Pijnlijk ook. Het is zelfs gebeurd dat ik na een Nederlandse titel te horen kreeg dat ze liever een ander team naar een internationaal kampioenschap wilden sturen, terwijl wij net hadden aangetoond beter te zijn”, aldus Raïsa in een video die ze samen met sponsor DHL maakte.

Maar voor de 1.74 meter lange blondine was dat juist een extra motivatie om het tegendeel te bewijzen. “Al was het op momenten ook echt lastig. Tuurlijk denk je ook weleens als het minder gaat en je een wedstrijd verliest: ‘zouden ze dan toch gelijk hebben?’, maar ik heb daar nooit aan toegegeven.”

Ambitie

Daarbij hielp het dat ze als kind in het beachvolleybal opgroeide. Haar moeder Debora Schoon-Kadijk was een van de pioniers van het beachvolleybal in Nederland. Ze behaalde met haar zus Rebekka internationaal successen. “Dat is een extra prikkel geweest. Ik was er vaak bij en dat heeft mijn ambitie om de top te halen zeker gevoed.”

Debora hielp Raïsa daarbij. “Ze heeft een spelsysteem voor mij ontwikkeld waarmee ik me toch staande kon houden. Als je niet de grootste bent, moet je de snelste zijn, je op een bepaalde manier over het veld bewegen en een grote longinhoud kweken”, vertelde ze onlangs in een video over haar carrière.

Relatie

Nu nog is haar moeder de trainster van Raïsa, die zich daar goed bij voelt. “We weten wat we aan elkaar hebben en ook wanneer we elkaar ruimte moeten geven. Onze moeder-dochterrelatie ondervindt er geen hinder van”, zei Raïsa daar al eens over.

Ook wat betreft die andere relatie, weten zowel Schoon als Stam dat je daar inspanningen voor moeten leveren. “Als je een goed huwelijk wilt hebben, moet je er altijd voor blijven werken dat het plezier er is”, verwoordde Stam dat zo al eens in het AD. Humor is daarom een belangrijk ingrediënt in de samenwerking. “Toen we in 2019 een duo werden, moesten we nog even aan elkaar wennen, maar inmiddels hebben we dezelfde droge humor.’’

Duwtje in de rug

Daarnaast zijn de twee er voor elkaar. Ze vullen elkaar als mens en speler aan. Raïsa is daarbij in het veld iets meer de tacticus, Katja de energieke speelster aan het net. “Omdat we met z’n tweeën zijn, kunnen we elkaar steunen. Als ik het een keer moeilijker heb in het veld, vind ik het fijn als Katja iets meer doet. Ik ben meer van de analyse, Katja is van het energieke en het enthousiaste. Zo vullen we elkaar aan.’’

Let straks maar op in Apeldoorn. Daar kun je dat met eigen ogen zien. En waar het publiek op het Marktplein zeker ook nog een duwtje in de rug kan geven. “Voor eigen publiek zo’n belangrijk toernooi spelen, is absoluut een voordeel. We hebben genoeg in eigen land gezien om te weten dat de fans een gaaf sfeertje kunnen creëren.”

Kaarten voor de EK Beachvolleybal in Apeldoorn, maar ook in Arnhem en Den Haag zijn te verkrijgen via www.ekbeachvolleybal.nl. Daar vind je ook meer informatie over het toernooi.

Foto: Gerhard Witteveen