Stedendriehoek

Speciaal-onderwijsorganisatie SOTOG neemt afscheid van bevlogen bestuurslid

‘Grote uitdagingen, maar ook veel voldoening gekregen’

door Peter van den Boom

DEVENTER – Zeven jaar lang bestuurder bij de stichting voor speciaal onderwijs, het was de laatste klus in het werkzame leven van Harry Gerichhausen (68) en naar eigen zeggen ook de leukste. Na een lange carrière in het onderwijs neemt hij afscheid, met gemengde gevoelens, dat wel. Toch is er zeker ruimte voor tevredenheid omdat SOTOG een groeiend, passend aanbod aan speciaal-onderwijsmogelijkheden in de regio heeft kunnen realiseren.

De Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost-Gelderland (SOTOG) heeft de bevoegdheid over bijna twintig scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in Twente en de Achterhoek. Inmiddels is er ook een vestiging in Deventer. “Het gaat ook goed met VSO Deventer”, vertelt Harry. “Wij zijn in Deventer de enige aanbieder van dit type voortgezet speciaal onderwijs en voorzien in een grote behoefte. Hiervoor moesten de kinderen immers naar Apeldoorn, Zwolle of Hellendoorn. We hebben al ruim zeventig leerlingen en er is ruimte voor groei. Op termijn willen we de tijdelijke locatie verruilen voor nieuwbouw.”

Voor wie speciaal onderwijs
“Kinderen die een ondersteuningsvraag hebben die zo complex is dat het reguliere onderwijs er geen goed antwoord op heeft, komen in aanmerking voor speciaal onderwijs”, verduidelijkt Harry. “Dat kan gaan om gedragsproblemen of om cognitieve en/of fysieke beperkingen. Er zijn geen landelijk voorgeschreven harde criteria voor. Het samenwerkingsverband voor passend onderwijs bepaalt regionaal de criteria voor de instroom. Wij komen dus in beeld als een reguliere school niet de benodigde ondersteuning kan bieden aan een leerling.”

Uitdaging vs voldoening
Harry begon zijn carrière als leerkracht, niet in het speciaal onderwijs maar in het reguliere basisonderwijs. “Maar ik was al snel getriggerd door kinderen die wat extra’s nodig hadden. Dus ging ik ‘s avonds huiswerkbegeleiding geven op het internaat voor moeilijk opvoedbare jongens in Twello. Na zes jaar stapte ik over naar het speciaal basisonderwijs in Deventer. Zeven jaar later maakte ik een uitstapje naar het bedrijfsleven, enkele jaren daarna werd ik bestuurder bij een organisatie voor basisonderwijs in Almelo. Toch bleef het speciaal onderwijs trekken. Zo kwam ik in 2010 bij de stichting ZML Twente Oost-Gelderland terecht, dat zes scholen voor speciaal onderwijs bestierde. In 2017 fuseerden we met het veel grotere SOTOG.”

“De dynamiek van dergelijke organisaties trok me aan. Speciaal onderwijs neemt een aparte positie in binnen de onderwijswereld. Je kunt het niet alleen, je moet samenwerken met zorginstellingen, met de lokale overheden en met partners in het reguliere onderwijs om zaken voor elkaar te krijgen. Je kunt hier van grote betekenis zijn voor ouders, leerlingen, leerkrachten. Het feit dat het niet allemaal vanzelf gaat, maakt de uitdaging groter maar uiteindelijk ook de voldoening als iets lukt.”

                                  ‘Verdere groei speciaal onderwijs
was niet de bedoeling’

Niet minder maar meer
Voor iedere leerling in het speciaal onderwijs is vanuit de overheid financiering geregeld in drie gradaties, afhankelijk van de zwaarte van de ondersteuningsvraag. Dat klinkt als prima maatwerk, maar toch zijn er zorgen.
“Er zit mijns inziens een weeffout in de Wet passend onderwijs”, stelt Harry. “De bedoeling was dat er minder kinderen in het speciaal onderwijs terecht zouden komen. De reguliere scholen zouden meer tools krijgen om kinderen met een grotere zorgbehoefte binnen te houden. Maar er is onvoldoende rekening gehouden met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. Hierdoor groeien onze scholen voor speciaal onderwijs nog steeds.”

Complexere maatschappij
“Onze maatschappij wordt almaar sneller en drukker, ook van jongeren wordt steeds meer geëist. Er zijn veel gezinnen met een complexe problematiek, er is veel verborgen armoede, we kennen een structureel lerarentekort, enzovoorts. Allemaal factoren waardoor kinderen het moeilijk kunnen krijgen op school. Ook krijgen ze steeds vaker een label, zoals ADHD, opgeplakt. Kortom, er komen steeds meer kinderen met forse en complexe ondersteuningsvragen en ik snap goed dat reguliere scholen daar niet altijd een goed antwoord op hebben. Dus komen die kinderen steeds vaker naar het speciaal onderwijs.”

Het gevolg is dat er veel geld naar het speciaal onderwijs gaat. Daardoor blijft er voor de gewone scholen minder over. Logischerwijs kunnen deze scholen de benodigde ondersteuningsmiddelen voor hun leerlingen onvoldoende op orde krijgen. Dat leidt tot nog meer uitstroom naar het speciaal onderwijs. “We zitten dus in een vicieuze cirkel”, aldus Harry. “Het systeem voor passend onderwijs moet worden herzien, maar dat is aan de politiek.”

Behoefte blijft
Ondanks het feit dat het de bedoeling is om de instroom naar het speciaal onderwijs kleiner te maken, blijft er dus grote behoefte aan deze vorm van onderwijs, stelt Harry. “Onze kinderen zijn gebaat bij kleinschalige onderwijsvormen, scholen in de nabije omgeving, kleine lesgroepen en begeleiding van mensen met expertise op orthopedagogisch gebied. Hierdoor ontstaat een pedagogisch klimaat waarin zij het beste kunnen gedijen. Alles op onze scholen vereist extra aandacht, van toiletpapier tot diploma, zeggen wij altijd. Dat begint al op het schoolplein, de entree van de school, de inrichting, de manier waarop de leerkrachten te werk gaan. Dit is allemaal heel lastig op reguliere scholen te realiseren. Neem de landelijke discussie over het verbod op mobieltjes: die hebben wij al lang geleden gevoerd en er actie op ondernomen.”

“Toch kijk ik, al met al, heel tevreden terug op mijn carrière. De tijd bij SOTOG was de leukste, maar er komt niets anders meer. Gelukkig is bij mijn opvolger alles in goede handen. Ik verkeer in de luxe omstandigheid dat ik kan stoppen nu ik nog gezond ben en in de eredivisie speel. Zo voorkom ik dat iemand me straks op de bank moet gaan zetten…”