Stedendriehoek

‘Geen opgeheven vinger, maar dialoog over slavernijverleden’

APELDOORN – Zaterdag 1 juli moet de grote dag worden. De dag dat we in Apeldoorn voor het eerst de slavernij gaan herdenken met een bont festival. De eerste uitgebreide viering van Keti Koti in Apeldoorn wordt geïnitieerd door Nericha Marchena. Zij hoopt zoveel mogelijk mensen en organisaties te mobiliseren voor dit feestelijke evenement. Wie ideeën ervoor wil aandragen, is welkom op zondag 12 maart van 15.00 tot 17.00 uur in ACEC, Roggestraat 44, tijdens een informatiebijeenkomst, onder het genot van een hapje en een drankje.

Nericha Marchena wil zaterdag 1 juli op Keti Koti culturen samenbrengen

“Toen ik hier en daar een balletje opgooide bij organisaties over mijn initiatief, kreeg ik meteen veel enthousiaste reacties. Orpheus, GIGANT, CODA en ACEC hebben hun medewerking al toegezegd”, vertelt Nericha, die inmiddels alweer tien jaar in Apeldoorn woont. Ze werd geboren op Curaçao en beschouwt dat als haar moederland en Nederland als haar vaderland. Ze noemt zichzelf een verbinder en maakt dat waar voor dit festival. “Met het evenement focus ik niet alleen op het slavernijverleden in het Caribisch deel van Nederland, maar ook in Suriname. Deze landen hebben overigens een heel verschillend slavernijverleden: Curaçao was als belangrijkste slavenmarkt van de Caraïben een doorvoerplaats voor de verkochte slaven, in Suriname werden de slaven over het algemeen gebruikt voor het fysiek zware werk op de plantages.”

Bewustwording

Nericha is pertinent geen type dat met een opgeheven vinger wil prediken hoe verderfelijk het slavernijverleden is geweest. “Het gaat mij voornamelijk om de bewustwording, dat we er samen in respect over kunnen praten, zonder er per se een waardeoordeel aan te hangen.” Ze poseert vervolgens voor een schilderij van de hand van Gerda Dapper, waarop ze is afgebeeld in klederdracht uit haar moederland, met in haar handen een Surinaamse kopro beki. “Afgeleid van de naam van het koperen bekken, in de vorm van een koperen emmer. Kopro beki als erfgoed is een heilig voorwerp en heeft behalve een culturele betekenis ook een functie in de winti, de traditionele Afro-Surinaamse religie.” In de kopro beki op het schilderij zien we onder andere diverse kleurrijke waaiers, met elk een eigen betekenis, de Surinaamse vlag en een fles Florida bloemenwater, die voornamelijk deel uitmaakt van het rituele winti-geloof. Verder zit in de kopro beki een geruite stof (pangi), als symbool voor de Marrons, die het verhaal vertellen van de weggelopen tot slaaf gemaakten. “Het schilderij verbindt dus Curaçao en Suriname, maar ondanks het verschillende slavernijverleden zijn er vooral veel raakvlakken.”

Huisslaaf

In de stamboom van Nericha zien we – bijna uiteraard – ook een vorm van slavernij terug: haar bet-overgrootvader was huisslaaf, geboren in 1811 op Bonaire. “Hij heeft fysiek gelukkig weinig te lijden gehad, vergeleken met de slaven die onder erbarmelijke omstandigheden in de zoutpannen moesten werken. In 1845 heeft hij zichzelf en zijn kinderen vrijgekocht. Zo heeft hij zich op eigen kracht uit de slavernij ontworsteld. Ik ben daardoor een van de nakomelingen van een trotse familie.” Nericha wil door Keti Koti te organiseren, iets blijvends neerzetten in Apeldoorn. “Dat we altijd in dialoog blijven over onze culturen en de geschiedenis ervan. Zonder geweld, en met een open mind. Sommigen noemen mij een activist, een idealist of wereldverbeteraar. Ik geloof namelijk in de zorg voor onze planeet en voor elkaar. We kunnen allemaal een stukje positiviteit in de wereld brengen, waardoor onze planeet er nog mooier uit gaat zien. Door mijn grote liefde voor mensen, dieren en planten zet ik mij graag in voor goede doelen.”

Missie

“Ieder mens is uniek en bijzonder, en we zijn allemaal met elkaar verbonden. We hebben in Nederland een rijke multiculturele samenleving. Laten we gebruikmaken van de overeenkomsten tussen de culturen en niet te veel nadruk leggen op de verschillen. Door krachten te bundelen en in respect en uit diversiteit samen te werken ontpoppen er mooie dingen, voor onszelf en voor anderen. Mijn missie is daarom mensen met elkaar en met zichzelf in verbinding brengen. Om ruimte en veiligheid te bieden, zodat iemand kan zijn wie hij is. En hem te erkennen in zijn existentie, want alleen dan kun je in verbinding communiceren.”

Oproep

Ze doet bij deze een oproep aan de Apeldoornse gemeenschap om deel te nemen aan de werkgroep rond het feest op 1 juli. “Ik wil graag horen welke behoeften er zijn rond dit thema en een zo’n gevarieerd mogelijk programma samenstellen. Natuurlijk sowieso met een rijke schakering aan kunst en cultuur en voldoende te eten en te drinken. In alles moet je de versmelting van culturen terugzien: die van Curaçao en Suriname, maar ook die van de andere migrantengroepen uit landen en continenten met een slavernijverleden. De slavernij vond haar oorsprong immers in Afrika, dus ook de nakomelingen uit deze landen zijn van harte welkom. Het gaat er mij om dat andere bevolkingsgroepen zich gezien en gehoord voelen. Ik zie dit evenement dan ook als een begin van hopelijk een nieuwe, mooie traditie. En ja, misschien ben ik wel een idealist, maar voor mijn gevoel móeten we dit samen doen en samen verder.”