Stedendriehoek
Column Nanda Roep
In de trein stapten twee meiden. Ze waren jong in mijn ogen, ze hadden mijn kind kunnen zijn – dus ze waren ook weer niet zó jong. Ze namen plaats tegenover mij en ze hielden hun ogen gericht op hun telefoons.
Toen ze begonnen te klagen over hun moeder, begreep ik dat het zusjes waren. ‘Waarom doet ze dit?’ vroeg de ene. ‘Waarom schrijft ze nooit normaal?’
Ik spitste mijn oren. Hun moeder moest een leeftijdsgenootje van mij zijn. Zelf krijg ik ook commentaar op mijn appjes. Ik gebruik namelijk graag emoji’s.
Mijn kinderen zeggen dat ik geen tekstje kan versturen zonder er een gezichtje of een slinger of een hartje – noem maar op – bij te plaatsen. Ze hebben gelijk. Ik vind emoji’s gezellig en een warmhartige toevoeging op het gebruik van mijn letters.
Misschien deed deze vrouw hetzelfde? Maar nee… Deze moeder… Schreef kennelijk… Ieder appje met puntjepuntjepuntje… Haar dochters vonden er wat van!
‘Waarom doet ze dit?’ De oudste begon voor te lezen, dus ik kon het niet laten: ik heb maar even meegeschreven. Dit is wat de meiden hadden gekregen ‘Alles is goed… Maak je geen zorgen… Ik zie je straks…’
‘Waarom moet alles zo mysterieus?’ De jongste mopperde erop, maar het was liefhebbend mopperen. Soms kun je klagen met een glimlach en dat is wat ze deden. Ze hadden een goede band met de vrouw naar wie ze op weg waren.
Het stemde mij tevreden dat de meiden tenminste een gedachte hadden bij een schrijfstijl, in dit geval die van hun moeder. En ik voelde me verwant met de onbekende vrouw. Zij haar puntjes, ik mijn emoji’s. In liefde gestuurd en ze doen het er maar mee. Mopperend met een glimlach.
“Bij mij komt toch Matthijs van Nieuwkerk naar boven. In de media wordt vaak de vraag gesteld of je ook zo’n agressieve baas hebt gehad, maar dat heb ik niet. Voor mij komt er iets anders naar boven. Namelijk dat zo’n icoon dan toch zo’n andere kant blijkt te hebben. We zijn allemaal van hem gaan houden als een geïnteresseerd mens met veel passie, en nu blijkt dat hij zo tekeer kon gaan. Het doet me een beetje denken aan een kat. Dat beestje dat zo gezellig kopjes geeft, komt ineens thuis met een vogeltje in zijn bek. Dat je denkt: o ja, er zit ook een naar kantje aan.” – Valerie
Saniye, 42 jaar, Apeldoorn: “Kijk, het wordt gewoon een dure maand, want je wilt overal aan meedoen. De donkere dagen voor kerst heb ik altijd nóg meer behoefte om leuke dingen te doen. Ook aan andere dingen, zoals bijvoorbeeld naar concerten gaan. Dus het is al een grotere kostenpost. Maar ik ben ook van less is more. Ik vind het onzin om heel veel cadeaus te kopen. Het heeft mijn voorkeur als het duurzaam is, en ik bedoel niet eens duur, maar een weloverwogen cadeau waar ze lang blij mee kan zijn.”
Juliëtte, 40 jaar, Deventer: “Ik heb dat een paar jaar geleden binnen de familie aangekaart. Wij deden voor kerstavond voor iedereen cadeautjes. Dat is heel gaaf en hartstikke leuk, maar op gegeven moment liep het de spuigaten uit. Je betaalt je scheel, maar ook de inspiratie vond ik lastig. Om voor iedereen op dat moment een cadeau te kopen. Dan wordt het al gauw bijvoorbeeld een bon voor het eten, meer clichématig. Toen hebben we dat een beetje afgebouwd. Nu is die verplichting eraf, dat maakt het veel relaxter. Het mag wel, maar het moet niet.”
Katinka, 53 jaar, Zutphen: “Hier zijn we het er allemaal over eens: een leuk cadeautje hoeft niet duur te zijn. Het kan ook iets grappigs zijn, of iets wat je goed kunt gebruiken. Wij doen eigenlijk nooit aan grote cadeaus. We maken inderdaad wel een prijsafspraak, meestal was dat rond de twintig euro. Het moest mijn kinderen ook niet al hun zakgeld kosten. Maar nu de jongens wat ouder worden en zelf wat gaan verdienen, mag het weer wat meer zijn.”