Stedendriehoek

Achttien

Ik wilde eigenlijk over iets anders schrijven, maar mijn hoofd stuurt mijn gedachten steeds naar dit ene ding. Namelijk: mijn zoon is achttien geworden. Achttien. Een ongelooflijke leeftijd. Alles wat ik me herinner, is dat hij een baby is. En nu ineens dit…

Pasgeleden werd hij opgehaald door een vriend die eveneens achttien was geworden. Met de auto. Ik herhaal: met de auto. Mijn baby stapte in. Ik bleef in verwarde staat achter in de deuropening. In alle ernst vroeg ik me af of ik autorijden misschien had moeten verbieden.

Ken je die langlopende strip ‘Stamgasten’ van Toon van Driel? Daarin zit een figuur – is het een vogel? – dat altijd in de war is. Hij heet Kierewiet, ook wel Leipie, en hij bestelt bijvoorbeeld een brood in de kroeg. Kierewiet heeft een soort kringel boven zijn hoofd, om de verwarring aan te geven. Zo voelde ik me toen mijn zoon wegreed met zijn vriend: een vrouw met zo’n kringel boven haar hoofd.

Kon ik het verbieden?

Als moeder en als schrijfster heb ik voor mijn kinderen een dagboek van hun jeugd bijgehouden. Wanneer ze achttien worden, krijgen ze deze herinneringen in boekvorm. Ruim 350 pagina’s beslaat het en het was dan ook een flinke klus die ik mezelf had opgelegd.

Het leuke is, dat ik een officieel boek kan produceren nu ik ook uitgever ben. Het minder leuke is, dat ze uit de niet-lezende generatie komen. Ze vinden het heus bijzonder hoor, maar is er niet ergens een samenvatting te vinden? Zoiets. Maar goed.

Dat autorijden dus. Gelukkig ken ik zijn vrienden ook al langer. Ik mocht alle gevaren uiteenzetten en ik kon openlijk vragen of ik ze bang genoeg had gemaakt. ‘Ja hoor,’ glimlachte de jonge bestuurder vriendschappelijk. Toen heb ik ze toch maar laten gaan. De wijde wereld wacht.


 

Ik ben jong en het gaat om ontzettend veel geld

“Mijn baas heeft gevraagd of ik zijn zaak wil overnemen. Het is een broodjeszaak. Natuurlijk zou ik het spannend vinden om eigen baas te zijn, want ik ben pas tweeëntwintig. Maar het is ook een groot risico. We hebben nu niet superveel klanten, ik weet niet of het mij zou lukken om dat te verbeteren. Het gaat ook om ontzettend veel geld. Ik zou de huur van het pand moeten betalen en personeel moeten huren. Hoe moet ik dat nou doen? Ik zou het best wel willen, want het lijkt me wel chill. Maar ik denk toch niet dat ik dit ga doen. Misschien ooit, als ik wat ouder ben en meer ervaring heb.” – Emma


 

Ik heb de boom al staan

Marion, 52 jaar, Zutphen: “Ik hou ongelooflijk van de gezelligheid, de lampjes en kaarsjes… Ik vind het leuk om gezelligheid te creëren, al helemaal rond Kerst. Ik zet de boom meestal niet heel vroeg op. Meestal een week voor Kerst, want eerder kom ik er niet aan toe. Wat ik altijd deed, was de kerstkaarten bij wijze van kerstbal in de boom hangen. Maar die krijg ik niet meer. Dus hang ik nu zelfs de kerstkaart van de krant in de boom. Ik vul het maar aan met kleine kerstballetjes.”

 

Regina, 40 jaar, Deventer: “Ik raak een beetje in de stress van alle veranderingen, maar mijn man is heel enthousiast, dus die bouwt meteen na Sinterklaas het hele huis om. Voor de kinderen natuurlijk en ook voor onszelf. Voor mij is het rotzooi in huis, je moet alles weer uitpakken – kerstballen die sneuvelen en zo. Aan de andere kant: het huis staat zo vaak op z’n kop met alle knutselspullen, dus als ik erover nadenk, vind ik dat ik me niet moet aanstellen. Ik snap wel dat het heel erg leuk is.”

 

Marry, 62 jaar, Deventer: “De boom mag niet in huis voordat Sint weer naar Spanje is vertrokken. Dat vind ik niet kunnen, ik weet eigenlijk niet waarom niet. Mijn tweeling is nu 25 jaar oud en pas twee jaar geleden ben ik met Pakjesavond gestopt. Als Sint lekker in Spanje zit, mag de boom komen. Mijn kinderen vieren Kerst graag op de Amerikaanse manier, die willen graag cadeautjes. Ik vind dat eigenlijk te commercieel en dat past voor mij niet bij Kerst. Voor mij hoort Kerst niet commercieel te zijn.”