Stedendriehoek
Column Nanda Roep
En toen zat ik vast in… Griekenland. Vanwege een uitgestelde bruiloft ging ik erheen. Door de problemen op Schiphol maakte het bruidspaar zich zorgen of de gasten wel konden komen. Ja, we waren er en het werd een fantastische ‘big fat Greek wedding’!
Waar niemand bij had stilgestaan, was dat ook de terúgvlucht kon worden gecanceld. Een golf van verbijstering trok door de groep. We moesten ter plekke omboeken. Het werd duidelijk dat wij nu niet een weekend, maar een week in Griekenland zouden zijn.
Mijn eerste schrikgedachten gingen naar de praktische zaken: mijn thuis en mijn werk. Al gauw bleek dat ik weinig zorgen had.
De buren hielden thuis een oogje in het zeil – een zorg minder. Het toeval wilde dat ik voor vertrek alle Nederlandse lessen online had gezet. De teamleider kreeg het webadres en zodoende kon mijn werk als invaldocent redelijk doorgaan – twee zorgen minder.
Het manuscript van een boekproject werd doorgestuurd – geen zorg. Zelfs de presentatie van mijn nieuwe kinderboek (Plaza Patatta: De vlugge vlogger) vond online plaats met de schoolklassen die zich hadden aangemeld. Alle zorgen waren weg en in ruil daarvoor had ik een plezierige ontmoeting met lezertjes.
Wat mij nu restte, was om te leven als een heuse, moderne digitale nomade. Cappuccino’s aan het strand met een lekkere toast. Om af te koelen tweemaal daags even de buitengewoon heldere zee in. Werken tijdens de siësta…
Ik leerde ‘yassas’ zeggen (hallo) en ‘efharisto’ (bedankt – je zegt: efgaristo).
Toevallig schreef ik pas nog in deze krant over de ‘niemandstijd’ die ik noodgedwongen moest aanspreken*. Nu was het alsof karma een woordje meesprak: de topdrukte was voorbij, tijd om een pas op de plaats maken. Het was moeilijk, kuch, maar we hebben er het beste van gemaakt.
*Zie: Nieuwsblad Stedendriehoek #24
“Het terugdraaien van het abortusrecht in Amerika. Dat vind ik heel erg. Staten mogen nu zelf bepalen of ze abortus toestaan en waarschijnlijk wordt het in de helft van de VS verboden. Voor het leven van een vrouw is dat heel erg, echt heel erg. Het is niet zo dat ik enorm voor abortus ben. Ik hoop natuurlijk dat vrouwen dat niet nodig hebben in hun leven en ik zou willen dat het voor niemand nodig was. Maar de werkelijkheid is dat vrouwen er wel voor kiezen. Daar hebben ze zwaarwegende redenen voor. Nu mag het in veel staten niet eens meer. Het is heel erg.” – Marlies
Katinka, 53 jaar, Zutphen: “Ik voel dat niet zo en ik ken dit niet. Ik weet wel dat ik te veel koekjes koop, en chocola zit standaard in mijn boodschappenmandje. Maar verder probeer ik alleen te kopen wat we nodig hebben en ik probeer niets weg te gooien. Als er een kliekje is, kunnen de jongens het bijvoorbeeld opwarmen als ze moeten sporten. Ik kijk ook uit dat ik geen onzinnige producten koop. Ik zie al die labeltjes wel: ‘On the way to planet proof’ en zo. Ik denk dat het zo in elkaar zit: wij van wc-eend… Weet je wel? Daar probeer ik niet in te trappen.”
Juliëtte, 40 jaar, Deventer: “Wat in mij opkomt, is iets waarmee ik al jaren bezig ben. Mensen verklaarden me voor gek, maar: als ik vers fruit en groenten koop, kijk ik of ik het lokaal kan kopen. Dan komt het bijvoorbeeld uit Voorst, daar zit een leuke boerderij. Je betaalt dan iets meer voor een komkommer, maar ja, dan komt het wel uit de buurt. Bij Albert Heijn kijk ik eerst waar het vandaan komt. Ik weiger bijvoorbeeld sperziebonen uit Ethiopië te kopen. Dan denk ik: waar zijn we in godsnaam mee bezig? Laat ze het daar lekker zelf opeten. Als het niet lokaal beschikbaar is, dan haal ik het in ieder geval graag uit Nederland.”
Regina, 39 jaar, Deventer: “Ik ben de term laatst tegengekomen in een uitzending van NPO, ‘Beter!’. Die ging over een volkswijk in Deventer met mensen die in een bepaalde cultuur zitten waar ze veel ongezonde dingen eten. Toen kwam er een man aan het woord, die zei: ‘Wat moet de kassière denken als ik ineens iets gezonds haal?’ Toen dacht ik: Oh, dus dat wordt met die boodschappenschaamte bedoeld. Zelf heb ik het meer als ik weer kleren heb gekocht, haha, want dat doe ik te veel. Ja, de laatste tijd neem ik het ervan. Ik denk toch: voor je het weet zitten we weer in quarantaine. Ik heb iets in te halen, het is nu wel meer dan wat ik normaal gesproken deed.”