Stedendriehoek
Vanuit Apeldoorn vertrokken wij naar Haarlem. Daar is tijdens de pandemie een theater opgetrokken dat Theater De Liefde heet. Dit theater is door vier vrouwen opgericht en Silvester trad er nu op. Tijdens de pandemie kreeg het theater veel aandacht, toen het de regels overtrad. De vrouwen lieten een voorstelling van Theo Maassen doorgaan voor een uitverkochte zaal. Maar op dat moment was de regel dat een theaterzaal voor slechts tweederde mocht worden gevuld.
Dus het was een overtreding en daarvoor kregen zij, naast publiciteit, een boete. Radiozender 100%NL heeft hiervoor toen nog een inzamelactie georganiseerd. In mijn ogen zijn deze dames dapper en krachtig – ik hoef niet te benadrukken dat ze mij ook eigenwijs lijken. Toen ik binnenstapte, voelde ik een raar soort van feministische trots. Die vrouwen hebben het toch maar voor elkaar: een eigen theater in het centrum van de stad. Nu wil het geval, dat een van de oprichters tijdens de pandemie naar Zutphen is verhuisd. Omdat Silvester en zij collega’s zijn, hebben we elkaar in die periode een paar keer ontmoet. Vanuit Zutphen vertrok zij, net als wij, dus óók naar Haarlem. Zij was die avond de gastvrouw.
Na afloop van de show raakte ik aan de praat met een moeder en een zoon uit het publiek. Wat bleek? Zij kwamen uit Hengelo. De zoon was anderhalf jaar geleden naar Haarlem verhuisd, maar hij ging de dag na de voorstelling terug naar de regio. Moeder had overdags geholpen met het inpakken van alle spullen. Zijn laatste avond in Haarlem hadden ze samen doorgebracht in Theater De Liefde. Apeldoorn, Zutphen en Hengelo… Onze tevreden conclusie was, dat wij het vanuit de regio toch maar heel gezellig hadden gemaakt voor de Haarlemmers!
“Mij valt op dat ik op terrasjes erg lang moet wachten op de bediening. Ja… Ik wil er niet over klagen, maar je kunt het echt goed merken. Ze zeggen toch dat de horeca moeite heeft om genoeg personeel te vinden? Nou, dat kun je dus merken. Afgelopen weekend was ik in Deventer en ik moest zó lang wachten. Bij een terras ben ik toen uiteindelijk maar vertrokken. Dat leek zelfs niemand te merken. Aan de ene kant vind ik het sneu, want je gunt die mensen de bestellingen. Maar op het moment dat ik er chagrijnig van werd, ben ik toch maar gegaan.” – Karin
Katinka, 53 jaar, Zutphen: “Hoe ga ik het zeggen? Ik ben niet van de prints. Je zult mij nooit in een bloemetje of in een druk shirt zien. Ik hou van effen en ik ben dol op zwart. Vooral de combinatie van zwart met een steunkleur, zeg maar. Bij een ander vind ik het altijd erg leuk, dan kan het mij niet gek genoeg zijn. Maar voor mezelf ben ik behoudend. Bij mij is de basiskleur eigenlijk altijd zwart. Retro, daar doe ik in principe niet aan mee.”
Marry, 62 jaar, Deventer: “In de jaren 70 heb ik het allemaal gedragen. De bloemetjesjurken en later de zwarte kleren en mijn haren overeind met gel. Voor mij is het heel gek dat het terugkomt. Ik denk: als de kinderen dat willen, moeten ze het vooral doen. Zelf koop ik vooral kleding die ik lekker vind zitten. Nu je het zegt, zie ik weleens meisjes lopen in oma-jurken met van die Dr. Martens-schoenen eronder. Dat vind ik wel erg tof. Zelf draag ik bijna nooit meer jurken en flared broeken staan mij niet. Dus nee, die rage is niet voor mij.”
Regina, 39 jaar, Deventer: “Wijde pijpen vind ik sowieso altijd leuk. Ook toen ik jong was, een jaar of twaalf, had ik een broek met wijde pijpen. Dat vond ik geweldig. Nu draag ik het ook, maar mijn man vindt het eigenlijk niks. Het is een broek met wijde pijpen, een soort skaterbroek. Hij vindt het een beetje te alternatief en het kleedt niet mooi af. Ik krijg er een dikke kont in, terwijl ik van mezelf best slank ben. Maar verder, de bloemetjesprints en zo, ja, ik vind dat wel leuk.”